reporteros 1 unidad 3

reporteros 1 unidad 3
1 / 22
next
Slide 1: Slide
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

reporteros 1 unidad 3

Slide 1 - Slide

TB P. 51
Lees de apps en maak "en Marcha".
TB 1, p. 52
TB 2, p. 52
TB 3, p. 52
Let op: De vorm op -os gebruik je ook voor een combinatie van mannen en vrouwen:
mis hijos = mijn kinderen, en niet per sé alleen mijn zoons.
uitleg bezittelijk voornaamwoord:
mi hijo
mis hijos
mi hija
mis hijas
mijn
tu hijo
tus hijos
tu hija
tus hijas
jouw
su hijo
sus hijos
su hija
sus hijas
zijn, uw haar
nuestro hijo
nuestros hijos
nuestra hija
nuestras hijas
ons/
onze
vuestro hijo
vuestros hijos
vuestra hija
vuestras hijas
jullie
su hijo
sus hijos
su hija
sus hijas
hun

Slide 2 - Slide

Familie/ personen beschrijven
TB 4, p. 53
TB 5, p. 53





Edad = Tiene (45) años
Relación familiar = Es mi (hermano)
Carácter = Es (inteligente y sociable)
Aspecto físico = Tiene el pelo castaño y corto y los ojos marrones.
Poderes = Mi hermano cocina muy bien. 

Slide 3 - Slide

Je huis beschrijven:
TB 1, p. 54
TB 2, p. 54
TB 3, p. 54
TB 4, p. 55
En mi casa hay ....
(una cocina, un salón-comedor....)
En mi habitación hay ....
(una cama, un escritorio...)
 

Slide 4 - Slide

Je huis beschrijven:

TB 2, p. 54
TB 3, p. 54
TB 4, p. 55
En mi casa hay ....
(una cocina, un salón-comedor....)
En mi habitación hay ....
(una cama, un escritorio...)
 

Slide 5 - Slide

WB 4, p. 48
Hulp:  
hijo de María
abuelo de Vicente
hermana de Vicente.
invisibilidad (= onzichtbaarheid)
cariñoso (=lief)
10 años
X



WB 8, p. 50 (gebruik de stamboom op p. 47)
Nee, het is zijn... = No, es su ...
Nee, het zijn zijn... = No, son sus ....

WB 9, p. 50
Dit is mijn broer = Este es mi hermano / Met = con

Uitleg bezittelijk vnw (Blok A, TB p. 58)
fragmento

Slide 6 - Slide

WB 11, p. 51
b. wonen in  = viven en
c. enig kind = hijo único/ hija única
d. één manier is genoeg
e. (no) vive con su madre, pero con su padre 


WB 12, p. 52
los deberes = het huiswerk
a. Ernesto habla con sus amigos/ su profesora.
b. Yo ordeno ....
c. Alberto y yo estamos en ...
d. Tú haces .....
e. Óscar y tú chateáis con ...

WB 13, p. 52
timer
10:00

Slide 7 - Slide

WB 5, p. 54
huis
kamers
kamer
WIFI - een tv
een tuin - dieren
kippen - schildpadden
groot
WB 4, p. 54
Gebruik un/una voor het eerste woord.


WB 6, p. 55
En este dibujo hay = op deze tekening zijn er ...
WB 7, p. 55
WB 8, p. 56
WB 9, p. 56
WB 10, p. 57
partes de la casa = plekken in huis
electrodomésticos = apparaten
fragmento

Slide 8 - Slide

TB 1, p. 56
> uitleg kleuren.






WB 11 + 12, p. 63
WB 13, p 64
el escritorio
blanco
gris
la silla
blanca
gris
los escritorios
blancos
grises
las sillas
blancas
grises
zoals blanco/a(s)



zoals gris(es)



Slide 9 - Slide

TB 2, p. 56
Oscar tiene que ....
TB 3, p. 56
Tengo que ....

Uitleg:
> ¿Tienes que poner la mesa?
< Sí, tengo que poner la mesa.
tener = hebben
tener que + ww = moeten
(denk aan "have to")




tengo que
ik moet
tienes que
jij moet
tiene que
hij/zij/u moet
tenemos que
wij moeten
tenéis que
jullie moeten
tienen que
zij moeten
WB 5, p. 60
WB 7, p. 61
WB 8, p. 62

Slide 10 - Slide

TB 4, p. 57
a. Welke twee dingen doet de jongen? Wat is "una tarea doméstica".
b. Waarom win je tijd als je de taken verdeelt?
Uitleg:
Werkwoorden vervoegen,
zie schema hiernaast




poner
hacer
lavar
pongo
hago
lavo
ik
pones
haces
lavas
jij
pone
hace
lava
hij/zij/u
ponemos
hacemos
lavamos
wij
ponéis
hacéis
laváis
jullie
ponen
hacen
lavan
zij
WB 3, p. 59
WB 4, p. 60
WB 6, p. 61

Slide 11 - Slide

poner
hacer
lavar
pongo
hago
lavo
ik
yo
pones
haces
lavas
jij
pone
hace
lava
hij/zij/u
el/ella/
usted
ponemos
hacemos
lavamos
wij
nosotros/as
ponéis
hacéis
laváis
jullie
vosotros/as
ponen
hacen
lavan
zij
ellos/ellas/ ustedes

Slide 12 - Slide

La ventana pp. 48 & 49
 Nochebuena en Perú y en España: Kerstavond in Peru en Spanje. 
1. > wat doen ze precies en wat eten ze op kerstavond?
El Belén: de kerststal
2. > Welke figuren vind je in een kerststal en welke stal is typisch voor Spanje en welke voor Costa Rica en waarom?
El día de Reyes: Driekoningen:
3. >  waar of niet waar? a. de optocht is op 5 januari/ b. stoute kinderen krijgen geen kadootjes/ c. alle kinderen ontvangen kadootjes van de kerstman én de drie koningen.

Slide 13 - Slide

Vraag 1:
Peru: Ze gaan naar de kerstmis, ze hebben een kerstdiner met kalkoen, rijst met appelmoes en panetón +  warme chocolade toe. Ze hebben een kerststalletje en een kerstboom neergezet, ze openen kadootjes en zingen kerstliedjes. 
Spanje: Er is 24 december een kerstdiner met zeevruchten en turrón (nougat)
 

Slide 14 - Slide

Vraag 2:
In een kerststal vind je minimaal Maria, Jozef en het kindje Jezus. Er staan ook vaak dieren, herders, engeltjes en de drie koningen Melchior, Caspar en Balthasar.
In Costa Rica ziet de kersstal er anders uit omdat er ook bloemen worden gebruikt, vooral orchideeën.

Slide 15 - Slide

Vraag 3:
a. de optocht is op 5 januari > waar
b. stoute kinderen krijgen geen kadootjes > waar, die krijgen houtskool (van suiker ;)
c. alle kinderen ontvangen kadootjes van de kerstman én de drie koningen > niet waar, álle kinderen krijgen kadootjes met drie koningen (6 januari) en veel kinderen krijgen ook kadootjes van de kerstman.

Slide 16 - Slide

overige info drie koningen
- el roscón de Reyes is een driekoningentaart. In de taart zit een beeldje, degene die die vindt, is de koning van de dag en krijgt een kroon.
- Er zit ook een boon in, heb je die, dan moet je het jaar erna de taart betalen.

Slide 17 - Slide

La ventana TB pp. 62
Lees de tekst over de Valenciaanse schilder Joaquín Sorolla.
1. Wat schildert Sorolla graag? 
2. Wat staat er op zijn meest beroemde schilderijen? 
3. Bekijk de foto en het schilderij. Wat zijn de verschillen? 
4. Waarom zie je Sorolla in de spiegel?
5. Wat doet de zoon van Sorolla?
 

Slide 18 - Slide

La ventana TB p. 63
Lees het tekstje over "el oceanográfico"
1. Wat kun je allemaal zien in "el oceanográfico"?
2. Zou je het willen bezoeken? Waarom wel/ niet?

Slide 19 - Slide

Antwoorden
1. Wat schildert Sorolla graag? Hij schildert graag het licht, dus heeft hij een voorkeur voor taferelen in de buitenlucht. 
2. Wat staat er op zijn meest beroemde schilderijen? Kinderen en ouderen op "la playa de Malvarrosa" (strand van Valencia)
3. Bekijk de foto en het schilderij. Wat zijn de verschillen?
Je ziet op de foto geen spiegel, en de schilder staat afgebeeld naast zijn vrouw. De bloemen in het haar van de meisjes zijn rood (ipv wit). 
4. Waarom zie je Sorolla in de spiegel? Hij schildert zijn gezin, en in de reflectie van de spiegel zie je hem dat doen (en is hij er toch bij ;)
5. Wat doet de zoon van Sorolla? De zoon van Sorolla tekent zijn zusje na, en lijkt dus in de voetsporen van zijn vader te treden.
 

Slide 20 - Slide

Antwoorden
Lees het tekstje over "el oceanográfico"
1. Wat kun je allemaal zien in "el oceanográfico"?
Je kunt er allerlei soorten vissen, haaien en walvissen zien.
2. Zou je het willen bezoeken? Waarom wel/ niet?
Het is een enorm aquarium - de grootste van Europa - waarin je echt het gevoel krijgt midden in de zee te zijn.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide