De Nederlandse spelling

De Nederlandse spelling
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

De Nederlandse spelling

Slide 1 - Slide

Communicatie 18 spelling en interpunctie

Slide 2 - Slide

Programma
-Spelfouten
10 min
-Leestekens
5 min
-Ergerlijke en veelgemaakte spelfouten
5 min
-Oefenen

45 min


Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je weet wat de regels zijn voor spelling en interpunctie en wat het belang van goed spellen is;
  • Je kan de spellingsregels toepassen en verschillende soorten spelfouten herkennen en verbeteren;
  • Je kan bijzondere gevallen van spelling en interpunctie uitleggen;
  • Je kan zelf nieuwe voorbeelden van bijzonderheden met spelling en interpunctie vinden of bedenken en een tekst met de juiste spelling en interpunctie schrijven. 

Slide 4 - Slide

Wsit je dat je de mesete zeinnn gweoon knut leezn als je de ltetres door eklaar huseslt, als de estree en latsate letetrs van elk worod maar bjivlen satan?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Spellingsregels
Dat is te danken aan de vaste spellingsregels. 
Wu kunu woordu dan ook nie guwoon sgreifu sooals wu su segu. 
Spellingsregels zijn een handig hulpmiddel om geschreven taal te delen.

Slide 6 - Slide

Spelling en interpunctie
Blz 90-91
Lees mee en lees voor als je je naam hoort. 

Slide 7 - Slide

Ergerlijke en veelgemaakte spelfouten
Blz 91
dt-fouten
ei of ij
g of ch
nochtthans/allessinds
koppeltekens
trema's
hoofd- of kleine letters
c of k
tussen-n
spelfouten Engelse werkwoorden
dt-fouten
jou of jouw, me of mijn
los of aaneenschrijven (samenstellingen)
trema's
onterechte hoofdletters
tussen-s
bijvoeglijk naamwoord of persoonsvorm onvoltooid verleden tijd
onterechte kleine letters
onmiddelijk
andere(n), enkele(n), sommige(n)

Slide 8 - Slide

Toepassing
Welke twee algemene adviezen kan je geven voor het voorkomen en oplossen van spelfouten?


Slide 9 - Slide

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
Communiceren paragraaf 18 opdrachten 1 t/m 6
Hoe?
Oefenboek blz 92-93.
Handboek blz 90-91.
Hulp?
Docent.
Tijd?
Tot 13:45
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
Uiteenzetting afmaken en inleveren via Classroom. Daarna mag je een beoordelingsformulier ophalen en de uiteenzetting van je buurman/buurvrouw controleren

Slide 10 - Slide