24-25 com lj1-p1-l3

• Communicatie
• MBO
• Studiejaar 1

les 3

2024-2025

RUIS

DECODEREN

ENCODEREN

TERUGKOPPELING

ZENDER

BOODSCHAP

MEDIUM

ONTVANGER

FEEDBACK

Als ik mijn gedachten omzet naar een boodschap en deze in een appje naar mijn vriend stuur dan ben ik aan het:

1. Decoderen
2. Encoderen

Als mijn vriend het appje binnenkrijgt en omzet naar zijn gedachten dan is hij aan het:

1. Decoderen
2. Encoderen

Als twee mensen niet dezelfde taal spreken dan is communicatie NIET effectief. Welke voorwaarde ontbreekt hier?

1. Affectieve voorwaarde
2. Cognitieve voorwaarde
3. Technische voorwaarde
4. Interpretatieve voorwaarde

Een arts probeert een patiënt uit te leggen welke ingewikkelde behandeling ze moeten gaan starten. Om deze communicatie effectief te laten verlopen moet de arts rekening houden met de ...... voorwaarde

1. Affectieve voorwaarde
2. Cognitieve voorwaarde
3. Technische voorwaarde
4. Interpretatieve voorwaarde

Wanneer een ontvanger feedback geeft op de zender dan noem je dit

1. Boodschap
2. Feedback
3. Terugkoppeling
4. Interactie

Wanneer je op straat met iemand in gesprek bent en een ambulance raast met sirenes voorbij dan is er sprake van

1. Externe ruis
2. Interne ruis

Wanneer je met je docent belt via Teams maar de internetverbinding valt weg

1. Externe ruis
2. Interne ruis

Wanneer je met iemand praat die zich niet lekker voelt en zich daardoor niet goed kan concentreren

1. Externe ruis
2. Interne ruis

Leerdoelen deze les

• Je haalt voorkennis op van de behandelde stof uit de vorige lessen
• Je kent het verschil tussen interne en externe ruis 
• Je weet wat redundantie is en hoe het functioneel en disfunctioneel toegepast wordt
• Je weet wat een referentiekader is en hoe dat de communicatie kan beinvloeden 

student 1 krijgt een 'boodschap' en moet daar een verhaal over vertellen tegen een klasgenoot maar dit verhaal inpakken met allemaal nutteloze feitjes 

Feit: gevallen met haar fiets, knie opengehaald

Omweg: vertellen over dat de koekjes op waren en dat ze daar al een paar dagen zin in had en dat ze ervan baalde dat de koekjes al een paar dagen op waren en haar moeder had nog steeds geen nieuwe gekocht dus ging ze zelf maar naar de winkel en ze wilde op de fiets, die moest ze eerst uit de schuur pakken maar daar stonden allemaal dingen voor dus voordat ze die fiets te pakken had was ze alweer een kwartier verder en toen ze eindelijk onderweg was begon het te regenen dus was ze maar even omgedraaid om haar regenjas te pakken want haar ouders hadden de auto mee blablabla

Student 2 moet de kern van de boodschap weten te achterhalen. Daarna wisselen

Opdracht 2 (deze kunnen we ook bewaren voor selectieve perceptie) 

Met pen/papier of in Canva als ze dat willen:
Maak in 10 minuten een leuke poster voor Domino's 2e pizza gratis waar teveel boodschappen op staan en de kern van de promotie niet meer duidelijk is  

HOE DENK JE BIJVOORBEELD OVER...

het geloof

pride

Studenten leggen iets uit aan een persoon die vanuit een ander referentiekader denkt dan zijzelf.

Klassikaal of in tweetallen: 
- Student 1 speelt iemand uit de Middeleeuwen.
- Student 2 legt hem eens uit wat een televisie is (of een trein, telefoon, auto, vliegtuig)

Daar heb je 3 minuten voor

De acteur denkt als een Middeleeuwer: hij weet dus wel wat een schilderij is, maar niet wat een beeldbuis is, of een camera of elektriciteit. 

Let op: een Middeleeuwer is niet dom.

Andere opties:
- student legt aan oma uit wat snapchat is. Oma weet wel wat een telefoon is om te bellen maar verder niet.
- student legt aan iemand uit Japan uit wat Carnaval is

Leerdoelen deze les

• Je haalt voorkennis op van de behandelde stof uit de vorige lessen
• Je kent het verschil tussen interne en externe ruis 
• Je weet wat redundantie is en hoe het functioneel en disfunctioneel toegepast wordt
• Je weet wat een referentiekader is en hoe dat de communicatie kan beinvloeden