1. Sommige werkwoorden hebben een vd dat op -en eindigt:
Zij heeft gegeten, ik ben gevallen, wij werden gekozen
2. Andere werkwoorden hebben een vd dat op -d of -t eindigt.
Eindigt op -d of -t?
't Kofschip DE o en i doen NIET mee.
Ik ben verhuisd - verhuiZen