Na deze les weet je hoe je in een samengestelde zin de bijvoeglijke bijzin kunt herkennen en weet je hoe je de bijvoeglijke bijzinnen kunt ontleden
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
This lesson contains 15 slides, with text slides.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?
Oftewel, wat is het doel van deze les?
Na deze les weet je hoe je in een samengestelde zin de bijvoeglijke bijzin kunt herkennen en weet je hoe je de bijvoeglijke bijzinnen kunt ontleden
Slide 1 - Slide
Bekijk de volgende zinnen:
Het bronzen (bijv.bep) standbeeld (zn) krijgt een plek in het Stadspark.
Het standbeeld (zn), (bijv.bijzin dat van brons is gemaakt), krijgt een plek in het Stadspark.
Slide 2 - Slide
In zin 1 is het onderwerpHet bronzen standbeeld. Daarbinnen is bronzen een bijvoeglijke bepaling bij de kern standbeeld.
In zin 2 is het onderwerpHet standbeeld, dat van brons is gemaakt. Het zinnetje dat van brons is gemaakt is binnen het onderwerp een bijvoeglijke bepaling bij de kern standbeeld. Deze bijvoeglijke bepaling is een zin – dat zie je aan de persoonsvorm is – en heet daarom een bijvoeglijke bijzin (bijv. bijzin). Dat noteer je zo:
bijv.bijzin = dat van brons is gemaakt → standbeeld
Slide 3 - Slide
In zin 1 is het onderwerpHet bronzen standbeeld. Daarbinnen is bronzen een bijvoeglijke bepaling bij de kern standbeeld.
In zin 2 is het onderwerpHet standbeeld, dat van brons is gemaakt. Het zinnetje dat van brons is gemaakt is binnen het onderwerp een bijvoeglijke bepaling bij de kern standbeeld.
Slide 4 - Slide
Deze bijvoeglijke bepaling is een zin – dat zie je aan de persoonsvorm is – en heet daarom een bijvoeglijke bijzin (bijv. bijzin).
Dat noteer je zo:
bijv.bijzin = dat van brons is gemaakt → standbeeld
Slide 5 - Slide
Een bijvoeglijke bijzin hoort vaak bij een zelfstandig naamwoord (zoals in zin 2), maar kan ook horen bij een voornaamwoord, bijvoorbeeld een aanwijzend of persoonlijk voornaamwoord.
Slide 6 - Slide
Van de twee taarten kiest Femke deze (aanw.vnw), (bijv.bijzin die er het lekkerst uitziet.) bijv.bijzin = die er het lekkerst uitziet → deze
Een bioscoopabonnement is handig voor hen (pers.vnw) (bijv.bijzin die graag naar de film gaan.) bijv.bijzin = die graag naar de film gaan → hen
Slide 7 - Slide
Zo herken je de bijvoeglijke bijzin
Een bijvoeglijke bijzin …begint vaak met die of dat;
zegt iets over een zelfstandig naamwoord of een voornaamwoord (de kern), net als een bijvoeglijke bepaling;
staat direct achter de kern;
is een zin en heeft dus een persoonsvorm, maar is onderdeel van een zinsdeel (een zinsdeelstuk);
kun je meestal weglaten: er blijft een correcte zin over
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
apps.noordhoff.nl
Slide 10 - Link
Maken:
Cursus 5- §13
blz. 230
opdr. 1 t/m 5
Staat er: markeer, omcirkel of onderstreep in de opdracht, dan mag je het MET POTLOOD in je werkboek maken. De rest maak je in je schrift
Slide 11 - Slide
Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?
Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................