Kennisquiz BOA Hoofdstuk 3
1 / 11
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Opsporingsambtenaren zijn:
Alle personen met opsporing van het strafbare feit belast.
Dit is:
Alle personen met opsporing van het strafbare feit belast.
Dit is:
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quiz
De buitengewoon opsporingsambtenaar mag opsporen:
A
Alle strafbare feiten
B
De strafbare feiten die in zijn akte zijn benoemd.
C
De strafbare feiten uit het besluit BOA
Slide 3 - Quiz
Wie is geen algemeen opsporingsambtenaar:
A
De Officier van Justitie
B
Aangewezen militairen van de marechaussee
C
Aangewezen ambtenaren van de politie
D
De onderzoeksrechter
Slide 4 - Quiz
Wat is geen inzetcriterium?
A
Het inzetcriterium leefbaarheid
B
Het inzetcriterium uitvoerbaarheid
C
Het inzetcriterium verkeershandhaving
D
Het inzetcriterium toezicht en handhaving
Slide 5 - Quiz
De politie handhaaft vooral op leefbaarheid en veiligheid, de Boa's domein 1 vooral op openbare orde en verkeer.
Dit is:
Dit is:
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
De direct toezichthouder op de BOA is:
A
De minister van justitie en veiligheid
B
De korpschef van de nationale politie
C
De Officier van Justitie
D
Het OM
Slide 7 - Quiz
Boa's zijn in beginsel bevoegd om veiligheids- en vervoersfouilleringen toe te passen.
Dit is:
Dit is:
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Met de zuiveringseed verklaart de BOA:
A
Dat de aanstelling geen gevolg is van een gekregen of nog te krijgen gift of belofte.
B
Dat deze altijd integer en eerlijk zal handelen
C
Dat deze zorgvuldig, onkreukbaar en betrouwbaar is.
D
Dat deze een verklaring omtrent gedrag heeft.
Slide 9 - Quiz
Een BOA toont zijn legitimatie:
A
Altijd
B
Bij elke staandehouding
C
onmiddellijk, wanneer daarom gevraagd.
D
Enkel als hij niet in uniform is.
Slide 10 - Quiz
De toezichthouder op de BOA, de hoofdofficier van Justitie, ziet erop toe dat de BOA zijn taak juist uitvoert. dit is:
A
Juist
B
Onjuist
