Rond 500 n.Chr. kwam er door de Germaanse veroveringen een eind aan het West- Romeinse Rijk. De Germaanse leiders namen de macht van de Romeinen over en stichtten koninkrijken. De Romeinse wachttorens, legerplaatsen en steden werden verlaten. Mensen verhuisden naar het platteland. De Romeinse wegen raakten in verval, omdat de Germanen ze niet schoon hielden of repareerden. Ook was er vaak oorlog. Bijna alle handel verdween hierdoor.