2425 1.3 Kust:kenmerken

1.3 Kust:kenmerken
1 / 45
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

1.3 Kust:kenmerken

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • korte test kennis paragraaf 1 en 2 
  • doornemen paragraaf 3
  • aan de slag met opdrachten paragraaf 3

Slide 2 - Slide

Sleep het juiste begrip naar de juiste afbeelding
Waterscheiding
Stroomgebied van de Rijn
Bovenloop
Lengteprofiel
Stroomgebied van de Maas

Slide 3 - Drag question

Slide 4 - Slide

Begrip
kenmerk Rijn
Kenmerk Maas
Stroomgebied
Bron
Stroomstelsel
Type rivier
waterscheiding
185.000 km2
35.000 km2
zwitserse alpen
NO-Frankrijk
hoofd+ zijrivieren (o.a. Moezel, ijssel, Waal, Main)
hoofd+ zijrivieren (o.a. Oude Maas, Geul, Semois )
gemengde
regenrivier
Ardennen en Zwarte Woud
Ardennen en Zwarte Woud

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Slide

'Door klimaatverandering stroomt er een deel van het jaar heel weinig water door de rivier, een ander deel van het jaar heel veel.'

Welke omschrijving past hierbij het best?
A
een groot regiem
B
een wisselvallig regiem
C
een groot debiet
D
een wisselvallig debiet

Slide 7 - Quiz

Waar is de vertragingstijd het langst?
(en de kans op een verhoogde piekafvoer het kleinst)
A
helling met bos en rivier met bochten.
B
vlak met bos en rivier met bochten
C
helling zonder bos en rivier met bochten
D
vlak zonder bos en rivier zonder bochten

Slide 8 - Quiz

Drietrapsstrategie

Toepasbaar op:
- stroomgebieden van rivieren
- nieuwbouwlocaties


Watertoets

Slide 9 - Slide

Drietrapsstrategie
-Vasthouden en bergen zoveel mogelijk stroomopwaarts ->
groter gebied profiteert
-Afvoeren altijd buitendijks.

Slide 10 - Slide

Welke 3 stappen horen er bij de drietrapsstrategie? In de juiste volgorde.

Slide 11 - Open question

Welke maatregel hoort bij 'bergen' in de drietrapsstrategie?
A
nevengeul
B
dijkverlegging
C
uiterwaardenvergraving
D
noodoverloopgebied

Slide 12 - Quiz

Hoe heet het project waarbij vooral rivierbedverruimende maatregelen zijn genomen?

Slide 13 - Open question

Welk effect heeft kribverlaging?
A
meer vasthouden van water
B
verbeterde waterberging
C
verbeterde afvoer
D
geen van deze 3

Slide 14 - Quiz

3
1
2
4
5
6
zomerbed
winterdijk
binnendijks gebied
uiterwaarde
hoogwatergeul / bypass
zomerdijk

Slide 15 - Drag question

Leerdoelen:
  • de opbouw van de Nederlandse kust beschrijven;
  • de in Nederland voorkomende typen kust noemen;
  • uitleggen hoe zeestromingen, getijdestroming en wind de Nederlandse kust vormgeven;
  • beschrijven hoe de kust verandert als gevolg van zeespiegelstijging en/ of menselijk ingrijpen. 



Slide 16 - Slide

Onderdelen Nederlandse kust
                                                1 Zeeuwse kust: oorspronkelijk estuarium
                                    2 De Noord- en Zuid-Hollandse kust
                                          3  De Waddenkust: zijdijken en wadden

Slide 17 - Slide

Estuarium
Een half gesloten waterlichaam aan de kust waarin zeewater wordt verdund met zoet water -> brak water.

Er is hier een duidelijke invloed van getijden.

Slide 18 - Slide

Ontstaan van de kust
Dynamisch systeem:
  • wind
  • getijden
  • zeestroming
  • golfwerking

Slide 19 - Slide

Weichselien 
(ca. 115.000 - 10.000 jaar geleden)
Strandwallen gevormd door getijdenstroming.
Duinen gevormd door wind.
zeespiegel 110 m lager dan nu!

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Springtij: de kracht van de zon en de maan werken in elkaars verlengde.

Slide 22 - Slide

Doodtij: wanneer de aantrekkingskrachten van maan en zon haaks op elkaar staan.

Slide 23 - Slide

Getijden
Springtij: extra hoog water!

Doodtij: weinig verschil tussen hoog- en laagwater.

Slide 24 - Slide

Getijdenstroom in de Noordzee
Langs de Nederlandse westkust gaat de vloedstroom van zuid naar noord.

Windrichting (en zeestroming) helpen een handje mee.

Slide 25 - Slide

Stranddrift
De golfsnelheid is in diep water hoger -> sedimentatie bij de kust. 

Golven schuin op de kust veroorzaken stranddrift (longshore drift). Daarbij wordt zand gemiddeld in noordoostelijke richting verplaatst.

Slide 26 - Slide



Waarom is de vloedstroom sterker dan de ebstroom en wat betekent dat voor het netto zandtransport?

Wadlopen naar Ameland en Schiermonnikoog; wie moet eerder vertrekken?
Opdracht 

Slide 27 - Slide



Schiermonnikoog schuift op het grondgebied van Groningen. Verklaar waarom Schiermonnikoog zich in oostelijke richting heeft verplaatst.


Opdracht 

Slide 28 - Slide



Schiermonnikoog schuift op het grondgebied van Groningen. Verklaar waarom Schiermonnikoog zich in oostelijke richting heeft verplaatst.


Opdracht 

Slide 29 - Slide

Leerdoelen:
  • de opbouw van de Nederlandse kust beschrijven;
  • de in Nederland voorkomende typen kust noemen;
  • uitleggen hoe zeestromingen, getijdestroming en wind de Nederlandse kust vormgeven;
  • beschrijven hoe de kust verandert als gevolg van zeespiegelstijging en/ of menselijk ingrijpen. 



Slide 30 - Slide

Aan de slag met 1.3
Huiswerk voor vrijdag               Herhaling/ hulp                     Verdieping

Huiswerk: Opdrachten 2, 3, 4 en 5. 
Samenvattingsopdracht 
par. 1.3 blz. 41.
Herhaling Maken:
-Opdracht 1.
-Test jezelf par 1.1 t/m 1.3
Bekijken:
-Opbouw en afbraak van de kust

Tekst

Slide 31 - Slide

1.3 De kust - les 2

Kennischeck 1.3 + afmaken uitleg

Aan de slag met opdrachten


Slide 32 - Slide

Noem de 3 natuurlijke krachten die de kust dynamisch maken (iedere kracht los)

Slide 33 - Mind map

Wind
Getijden
Zeestromen 
Golfwerking

Slide 34 - Slide

Leerdoelen:
  • de opbouw van de Nederlandse kust beschrijven;
  • de in Nederland voorkomende typen kust noemen;
  • uitleggen hoe zeestromingen, getijdestroming en wind de Nederlandse kust vormgeven;
  • beschrijven hoe de kust verandert als gevolg van zeespiegelstijging en/ of menselijk ingrijpen. 



Slide 35 - Slide

Primaire keringen GB56 35A

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Basiskustlijn
Een hoeveelheid kust die aangehouden wordt vanaf de rijkstrandpalenlijn.

Komt in gevaar door:
- stijgende zeespiegel
- dalende bodem
- klimaatverandering 

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide



Zachte kust:
  • stranden
  • zandplaten
  • duinen
  • wadden


Harde kust:
  • zeedijken
  • rotsen
  • boulevards




Zachte kust en harde kust

Slide 40 - Slide

Zachte kust
Harde kust
Dijken
Strand
Waddengebied
Door de mens aangelegd 

Slide 41 - Drag question

Na de watersnoodramp van 1953 is de deltakust veel veiliger gemaakt. Is hier vooral gekozen van harde (kust) of zachte (kust) ingrepen en welke atlaskaart hoort hierbij?

Slide 42 - Open question

Kenmerkend voor wadden is ...
A
veel sedimentatie en ze vallen droog
B
veel sedimentatie en altijd onder water
C
veel erosie en ze vallen droog
D
veel erosie en altijd onder water

Slide 43 - Quiz

Leerdoelen:
  • de opbouw van de Nederlandse kust beschrijven;
  • de in Nederland voorkomende typen kust noemen;
  • uitleggen hoe zeestromingen, getijdestroming en wind de Nederlandse kust vormgeven;
  • beschrijven hoe de kust verandert als gevolg van zeespiegelstijging en/ of menselijk ingrijpen. 



Slide 44 - Slide

Aan de slag met 1.3
Huiswerk voor vrijdag               Herhaling/ hulp                     Verdieping

Huiswerk: Opdrachten 2, 3, 4 en 5. 
Samenvattingsopdracht 
par. 1.3 blz. 41.
Herhaling Maken:
-Opdracht 1.
-Test jezelf par 1.1 t/m 1.3
Bekijken:
-Opbouw en afbraak van de kust

Tekst

Slide 45 - Slide