Lymfomen en prostaatkanker

Lymfomen en prostaatkanker
Hoofstuk 11 oncologie uit Pathologie 

1 / 35
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 35 slides, with text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Lymfomen en prostaatkanker
Hoofstuk 11 oncologie uit Pathologie 

Slide 1 - Slide

Opdracht vorige week
Opdracht: Expert in longkanker
• Groepsindeling zie tabel. tweetallen
• Je hebt de resterende lestijd om informatie te vinden over onderstaand onderwerp, dus werk samen!
• Gebruik expertcollege en andere bronnen.
• Maak een Kahoot (of een andere vorm van quiz) over jullie eigen onderwerp.
• Maximaal 10 vragen minimaal 5 vragen.
• Presentatie de volgende keer.
Onderwerpen
1. Epidemiologie, risicofactoren, soorten longkanker Julia en Demi
2. Oorzaken, prognose, metastasen Danique en Nisrine
3. Symptomen longkanker Romy en Robin
4. Diagnostiek longkanker Hugo en Joy
5. Behandeling waaronder verschillende soorten chirurgische ingrepen. Dennis en Philine

Slide 2 - Slide

Lymfoom
is een vorm van bloedkanker die wordt veroorzaakt door de woekering van bepaalde typen witte bloedcellen in het lymfesysteem (lymfocyten)
Lymfocyten: 
B- cellen
 T-cellen
NK- cellen

Slide 3 - Slide

Lymfomen
2 hoofdgroepen:

  1. De Hodgkinlymfomen
  2. de non- Hodgkinlymfomen.

Slide 4 - Slide

werking van T en B lymfocyten
T- en B-lymfocyten: behoren tot specifieke afweer en ontstaan in het rode beenmerg van platte botten (bv ribben)
T-lymfocyten: witte bloedcellen die rijpen in de thymus en binden zich aan geinfecteerde cellen en vernietigen ze door ze lek te prikken --> cel loopt leeg 
B-lymfocyten: witte bloedcellen die rijpen in het beenmerg maken antistoffen. Antistoffen binden aan ziekteverwekkers

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Hodgkinlymfoom (oorzaak ontstaan is onbekend)
Met de Reed- sternbergcellen (grote afwijkende B- cellen) onderscheidt het zich van de Non- hodgkinlymfoom.

Begin meestal in een lymfeklier bovenste deel van het lichaam.
Maar kan zich ook middels lymfevaten zich verspreiden.
Verspreiding via bloed komt nauwelijks voor en dan is er sprake van vergevorderd stadium. 

Slide 10 - Slide

Symptomen Hodgkin
Meestal jongvolwassen patiënt (15-35)
Pijnloos vergrote lymfklier, meestal nek/bij het sleutelbeen (bij 70%)
onverklaard gewichtsverlies
nachtzweten, badend in het zweet wakker worden
gegeneraliseerde jeuk (zeldzaam)

Slide 11 - Slide

Diagnose
Anamnese
Lichamelijk onderzoek
Lymfeklierbiopt

Slide 12 - Slide

behandeling
Bepaald door het stadium van het Hodgkinlymfoom.
Het stadium geeft de uitgebreidheid van het hodgkinlymfoom weer. 
Er zijn 4 stadia. 
Aanvullende onderzoeken:
CT-scan, PET- scan en beenmergonderzoek.

Slide 13 - Slide

Behandeling
combinatie van 2 therapieën.
Chemotherapie (meerdere kuren waarbij ook gezonde cellen kunnen worden beschadigd) en radiotherapie.
Stamceltransplantatie kan overwogen worden bij een zorgvrager <65 jaar, waarbij de combinatie behandeling niet effectief zijn of na een geslaagde behandeling de aandoening is teruggekeerd. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Non Hodgkin
Wel 50 verschillende sub soorten
De onderverdeling van de non- Hodgkinlymfomen wordt gemaakt op basis van:
  • De snelheid van de ontwikkeling (snel is een agressieve lymfoom).
  • het type lymfocyt (B (80/85%)/ T-cel- lymfoom of lymfoom van een voorlopercel van een B of een T cel).

Slide 16 - Slide

Oorzaak
Onbekend.
Vergrote kans:
HIV; dat afweersysteem verzwakt
infecties; ziekte van Pfeiffer en maagzweren
bestraling 

Slide 17 - Slide

Symptomen
Meestal ontstaat het in een lymfeklier of beenmerg.

Beginstadium meestal geen symptomen.
Verder symptomen als bij Hodgkin.
  • Afhankelijk van organen die zijn aangedaan: ongemak in buik (vergote milt of lever), benauwdheid, verwardheid, klachten in de keel of de neus.

Slide 18 - Slide

Diagnostiek en stadia
Zelfde als bij Hodgkin.

Behandeling is afhankelijk van:
Stadium van de ziekte;
type non Hodgkin;
locatie van het lymfoom
algehele conditie patiënt (risico)
Agressief lymfoom reageert vaak beter op de behandeling

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Prostaatkanker

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Prostaatkanker
Bij mannen de meest voorkomende soort. Meestal bij mannen >65 jaar.
In westerse landen meer mannen dan in minder ontwikkelde landen (Afrika/ Azië). Reden is waarschijnlijk het resultaat  van de screening op prostaatkanker. De ziekte wordt hierdoor in ontwikkelde landen vaker vastgesteld. 

Slide 23 - Slide

Typen prostaatkanker
Meestal:
Adenocarcinoom; tumor die ontstaat vanuit het klierweefsel.
In de meeste gevallen groeit de tumor langzaam en veroorzaakt in vroeg stadium geen symptomen. 

Slide 24 - Slide

Oorzaken
onbekend

Mogelijke risicofactoren:
  • hoge leeftijd
  • Afro- Amerikaanse ras
  • Positieve familie anamnese
  • Testosteron; laat de tumor sneller groeien.  

Slide 25 - Slide

Symptomen
Vroeg stadium, nauwelijks klachten.
Plasklachten (pijn, bloed, vaak moeten plassen). Benigne prostaathyperplasie (BPH) kennen ook deze klachten.
Later stadium (uitzaaiingen naar botten; vaak heupen en onderrugwervels) pijn

Slide 26 - Slide

Diagnostiek
Anamnese
Rectaal toucher
Echo prostaat
Bloedonderzoek (> prostaat specifiek antigeen PSA) Verhoogd PSA kan wijzen op BPH, prostaatkanker of ontsteking aan de prostaat. 
Diagnose is middels biopt. Is er verdenking op uitzaaiing dan kan een botscan worden uitgevoerd.

Slide 27 - Slide

Behandeling
Afhankelijk van of er uitzaaiingen zijn, de grootte van de tumor en agressiviteit. 

Afwachtend beleid
operatieve behandeling
externe radiotherapie
brachytherapie.

Slide 28 - Slide

Behandeling
Agressieve tumor maar nog geen uitzaaiingen, prostaat verwijderen.
Operatie via kijkoperatie (laparoscopisch)
Kijkoperatie met robot
Door de buik open te maken (laparotomie)

Slide 29 - Slide

Mogelijke gevolgen chirurgie
Erectiestoornissen
Droge orgasmes
Urine incontinentie (stressincontinentie)

Slide 30 - Slide

Externe radiotherapie
 Bestraling van buitenaf vaak samen met hormoontherapie.
Radiotherapie is een intensieve behandeling. 
8 weken elke werkdag naar het ziekenhuis.
Kankercellen maar ook gezonde cellen worden kapot gemaakt.
Vermoeidheid, huiduitslag, darmklachten, plasklachten, littekenweefsel.

Slide 31 - Slide

Brachytherapie
Bestraling van binnenuit. 
Middels staafjes in de prostaat, die straling afgeven (meestal met jodium).
Voordeel: de straling bereikt alleen de prostaat en omliggende weefsels lopen minder schade. 
Bijwerkingen: erectiestoornissen en plasklachten 

Slide 32 - Slide

Hormoontherapie
Testosteronniveau dalen, waardoor de groei van de tumor onderdrukt wordt. 
Behandeling: medicatie of verwijderen van testikels.
In opzet genezend: hormoon therapie samen met radiotherapie.
Maar ook inzet voor niet genezend (palliatief). Vaak bij uitzaaiingen. Doel; pijn verminderen en gedeeltelijk voorkomen. 

Slide 33 - Slide

Bijwerkingen verlaagde testosteronspiegel
Verminderd libido
erectiestoornissen
opvliegers
botontkalking
ontwikkeling borstklierweefsel
verandering van lichaamsbeharing. 

Slide 34 - Slide

0

Slide 35 - Video