2T DINSDAG 12 NOV. 2019

2T DINSDAG 12 NOVEMBER
  • controleren extra spelling H2
  • Klassikale oefenopdracht gecombineerd met vragen op telefoon
  • Geen klassikale instructies. Heb je hulp nodig? Steek je vinger op tijdens het zelfstandig werken.
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2T DINSDAG 12 NOVEMBER
  • controleren extra spelling H2
  • Klassikale oefenopdracht gecombineerd met vragen op telefoon
  • Geen klassikale instructies. Heb je hulp nodig? Steek je vinger op tijdens het zelfstandig werken.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Wat is het tekstdoel van het filmpje?
A
Activeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Informeren

Slide 3 - Quiz

We gaan dadelijk een tekst lezen. Waar denk je dat deze tekst over zal gaan?
A
Het Klokhuis
B
Werken in een fabriek
C
Kruidnoten

Slide 4 - Quiz

Klassikale opdracht 

Je krijgt van mij een tekst. Je mag deze tekst pas omdraaien wanneer ik het zeg. Je krijgt dan 30 seconden de tijd om deze tekst te bekijken. Daarna draai je de tekst weer om.  
timer
0:30

Slide 5 - Slide

Hoeveel plaatjes stonden er bij deze tekst?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quiz

Wat is het onderwerp van deze tekst?
A
De pepernotenfabriek
B
Sinterklaas
C
Verschil pepernoten en kruidnoten
D
Kruidnoten

Slide 7 - Quiz

Welke leesstrategie heb je gebruikt om achter de grote lijn van dit verhaal te komen?
A
Verkennend lezen
B
Studerend lezen
C
Zoekend lezen
D
Nauwkeurig lezen

Slide 8 - Quiz

Je hebt de tekst niet helemaal gelezen. Kun je ondanks dat toch de grote lijn ontdekken?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Klassikale opdracht
Je krijgt dadelijk vijf minuten de tijd om de tekst helemaal te lezen. Er volgen daarna vragen over deze tekst. Zorg dat je je telefoon nog niet afsluit. Je mag de tekst bij de vragen houden.
timer
5:00

Slide 10 - Slide

Wat is de functie van deze dikgedrukte inleiding?
A
Er wordt een mening gegeven.
B
Er wordt een vraag gesteld.
C
Er wordt een korte samenvatting gegeven.
D
Vertellen waarom de tekst geschreven is.

Slide 11 - Quiz

Wat is het tekstdoel van deze tekst?
A
Informeren
B
Activeren
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 12 - Quiz

Hoeveel deeltitels heeft deze tekst?
A
1
B
4
C
5
D
6

Slide 13 - Quiz

In alinea 3 zie je het signaalwoord 'daarentegen'. Bij welk tekstverband hoort dat signaalwoord?
A
Opsommend tekstverband
B
Concluderend tekstverband
C
Oorzaak-gevolg
D
Tegenstellend tekstverband

Slide 14 - Quiz

Wie begrijpt de verwarring heel erg goed?
A
Banketbakker Ronald van Rooijen
B
De eigenaar van de pepernotenfabriek
C
EditieNL
D
De consument

Slide 15 - Quiz

Wat is volgens deze tekst een kruidnoot?

Slide 16 - Open question

Welk signaalwoord staat in alinea 9?
A
maar
B
ook
C
hoewel
D
volgens

Slide 17 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'ook'?
A
Tegenstellend tekstverband
B
Oorzaak-gevolg
C
Opsommend tekstverband
D
Concluderend tekstverband

Slide 18 - Quiz

Is de pepernotenfabriek van plan de naam kruidnoot te gaan gebruiken?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

Leg uit waarom niet.

Slide 20 - Open question

Wat is de tekstsoort van deze tekst?
A
Amuserende tekst
B
Informatieve tekst
C
Tekst met een mening (betogende tekst)
D
Activerende tekst

Slide 21 - Quiz

In alinea 3 staat een signaalwoord dat hoort bij het tekstverband oorzaak-gevolg. Welk signaalwoord is dat?
A
Maar
B
Daardoor
C
Daarentegen
D
immers

Slide 22 - Quiz

Wat is de tekstvorm van deze tekst?
A
Handleiding
B
Schoolboektekst
C
Nieuwsbericht
D
Verslag

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

huiswerk

leren voor PW SPELLING/

voorbereiden PW Wraak!

Slide 25 - Slide