19.4 Energieproductie met zuurstof

Vandaag 6e uur
Aerobe dissimilatie afmaken (19.4)
Anaerobe dissimilatie starten(19.3)
Pak het invulformulier erbij (zoeken...) en Binas
1 / 35
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vandaag 6e uur
Aerobe dissimilatie afmaken (19.4)
Anaerobe dissimilatie starten(19.3)
Pak het invulformulier erbij (zoeken...) en Binas

Slide 1 - Slide

Biologie olympiade
Maandag 18 december 7e en 8e uur
Prijsjes voor iedere jaarlaag
Binas en gewone rekenmachine
Eeuwige roem
Wat snap je al voor het CE biologie …
Laat je uitdagen!


Slide 2 - Slide

Dissimilatie 
= het omzetten van grote organische moleculen in kleinere moleculen. Bij deze reactie komt energie (ATP) vrij.
- Altijd in alle organismen! 
aerobe dissimilatie 
= verbranding 
anaerobe dissimilatie 
= gisting 

Slide 3 - Slide

Aerobe dissimilatie glucose in de mens
C6H12O6+6O26CO2+6H2O+38ATP
glucose+zuurstofkoolstofdioxide+water+38ATP

Slide 4 - Slide

Oefening Dissimilatie: vul in en aan 

Moleculen worden afgebroken / opgebouwd
Levert energie / kost energie
In welke organismen vindt dissimilatie plaats? Alle
In welk organel in de cellen vindt dissimilatie plaats? Mitochondriën

Aerobe dissimilatie van glucose; Welke stoffen zijn nodig?
1. Glucose      2. ADP+P    3. NAD      4. O2    (5. H2O)
Netto overall reactie aerobe dissimilatie glucose

C6H12O6 + 6 O2 🡪 6 CO2 + 6 H2O


Slide 5 - Slide

II Decarboxylering (stap 2)

Waar  vindt dit plaats in de cel?In de matrix v.d. mitochondrien
Er is wel / geen zuurstof nodig.
Welke stof wordt er omgezet? ..2 pyrodruivezuur...
Wat is het eindproduct? ........2 acetyl - CoA....
Hoeveel ATP levert decarboxylering netto op? ..0.....ATP
Hoeveel NADH levert decarboxylering op? .........2. NADH
Hoeveel CO2 mol'n komen er bij decarboxylering vrij? …2

Slide 6 - Slide

III Citroenzuurcyclus (stap 3)

Waar vindt dit plaats in de cel? In de matrix v.d. mitochondriën
 Er is wel / geen zuurstof nodig.
Welke stof wordt er omgezet? acetyl – co A gaat de citroenzuurcyclus in
Wat is het eindproduct? ..het is een cyclus, er is geen eindproduct....
Hoeveel ATP levert de citroenzuurcyclus netto op? .2....ATP
Hoeveel NADH levert de citroenzuurcyclus op? .8..... NADH en 2 FADH
Hoeveel CO2 moleculen komen er bij de citroenzuurcyclus vrij? …4
Hoeveel H20 moleculen worden bij de citroenzuurcyclus toegevoegd? 4

Slide 7 - Slide

IV Oxidatieve fosforylering en elektronentransportketen (stap 4)

Waar precies vindt dit plaats in de cel? .aan de binnenmembranen van de mitochondrien..
Er is wel / geen zuurstof nodig.
Welke stof wordt er omgezet? .O2.....
Wat is het eindproduct? ..........H2O....
Hoeveel ATP levert de oxidatieve fosforylering netto op? ..34.....ATP

Slide 8 - Slide

Welke organismen doen aan dissimilatie?
A
dieren, de meeste bacteriën, schimmels
B
planten en dieren en schimmels
C
dieren en schimmels
D
planten, dieren, bacteriën en schimmels

Slide 9 - Quiz

Mitochondrium
  • Matrix is de vloeistof binnen het
        binnenmembraan. 
       
  • Binnenmembraan bevat eiwitten
       die een rol spelen bij het vast-                leggen van vrijgekomen energie             op ATP.
     

Slide 10 - Slide

Aerobe afbraak van glucose
In het cytoplasma en het mitochondrium

1. Glycolyse
2. Decarboxylering (vorming acetyl-coA)
3. citroenzuurcyclus
4. oxidatieve fosforylering

Slide 11 - Slide

Dissimilatie: wat gebeurt er?
  1. Stapsgewijs om alle vrijkomende energie in ATP op te kunnen slaan
  2. H+ ionen en elektronen moeten stapsgewijs van C6H12O6 losgekoppeld worden (oxidatie)
  3. Met behulp van 5 verschillende dehydrogenasen (enzymen) (reductie)
  4. En coenzym NAD+ : dit is de elektronendrager of H+ onttrekker  (elektronenacceptor en H-acceptor)
  5. Uiteindelijk worden de H+ ionen overgedragen aan O2 in de elektronentransportketen

Slide 12 - Slide

Glycolyse. 
Paars = kost ATP
Rood = levert ATP op
Blauw = begin- en eindproduct. 
Plaats: in cytoplasma
Grijs komt later.

Slide 13 - Slide

Stap 1: glycolyse (BiNaS 68B) 
  • Glucose(C6) wordt  gesplitst in 2 moleculen pyrodruivenzuur(C3)
  • In het cytoplasma, net buiten de mitochondriën.
  • Levert netto 2 ATP (het kost 2 ATP en levert 4 ATP op)
  • Levert 2 NADH,H+ moleculen  

Bron 18 boek

Slide 14 - Slide

Stap 2: decarboxylering  (BiNaS 68C) 
  • Pyrodruivenzuur (C3) moleculen afgebroken tot 
      Acetyl-CoA (C2) en een koolstofdioxide molecuul (C1) 
  • Vindt plaats in de matrix van mitochondriën
  • Geen zuurstof nodig, maar ....
  • Levert 0 ATP moleculen
  • Levert 2 NADH,H+ moleculen
  • Let op: 1 glucose levert 2 pyrodruivenzuur, dus alles x2
Boek bron 21

Slide 15 - Slide


Glycolyse
Welke uitspraak over de glycolyse is niet juist?

A
Bij de glycolyse is netto ATP nodig.
B
Bij de glycolyse wordt een C6-suiker gesplitst in twee C3-suikers.
C
Bij de glycolyse wordt glucose afgebroken.
D
De glycolyse vindt in alle cellen plaats.

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Stap 3: citroenzuurcyclus (BiNaS 68C) 

  • Acetyl-CoA vormt samen met oxaalazijnzuur(C4) --> citroenzuur (C6)
  • Citroenzuur wordt afgebroken tot 2 CO2 moleculen en oxaalazijnzuur.
  • Vindt plaats in de matrix van mitochondriën
  • Geen zuurstof nodig, maar ....
  • Levert per 2 acetyl-CoA 2 ATP op
  • Levert 6 NADH,H+ en 2 FADH2 (uit NAD+ en FAD die energierijke elektronen hebben opgenomen)

Slide 18 - Slide

Hoe vaak wordt de citroenzuurcyclus gebruikt voor de afbraak van 1 molecuul glucose?
A
1/2 x
B
1x
C
2x
D
4x

Slide 19 - Quiz

Bij oxidatieve fosforylatie worden de energierijke moleculen NADH en FADH2 omgezet. Bij welke processen zijn deze ontstaan?
A
N: glycolyse F: citroenzuurcyclus
B
N: glycolyse F: glycolyse + citroenzuurcyclus
C
N: glycolyse + citroenzuurcyclus F: citroenzuurcyclus
D
N + F: glycolyse + citroenzuurcyclus

Slide 20 - Quiz

https://www.bioplek.org/animaties/celademhaling/eindoxidatie.html 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Slide

Stap 4: oxidatieve fosfolyering (68D) 
= elektronentransportketen 

  • Energie wordt vastgelegd in ATP 
  • Vindt plaats binnenmembraan van mitochondriën
  • Zuurstof nodig (6 O2 moleculen)
  • Levert 34 ATP
  • NADH,H+ en FADH2 staan elektronen af en er ontstaan waterstofionen en NAD+ en FAD moleculen 
  • Elektronen worden samen met waterstofionen(H+) gebonden aan zuurstof en er ontstaan watermoleculen

Slide 24 - Slide

Maar....
Door energieverbruik voor transport en warmteproductie bij energieomzettingen, valt de ATP-opbrengst van de aerobe dissimilatie meestal lager uit.
  • de 2 NADH moleculen van de glycolyse in de cytoplasma, moeten het mitochondriën in dat kost per NADH,H+ molecuul 2 ATP moleculen.
(schatting circa 30-32 ATP vorming per molecuul glucose)  

Slide 25 - Slide

Ben je wakker gebleven?
Wat is de goede volgorde voor de verbranding van glucose?
A
glycolyse -> decarboxylering -> oxidatieve fosforylering -> citroenzuurcyclus
B
decarboxylering -> glycolyse -> oxidatieve fosforylering -> citroenzuurcyclus
C
glycolyse -> decarboxylering -> citroenzuurcyclus -> oxidatieve fosforylering
D
glycolyse -> oxidatieve fosforylering -> citroenzuurcyclus -> decarboxylering

Slide 26 - Quiz

In welk deel van aerobe dissimilatie van glucose is wordt direct zuurstof verbruikt?
A
Glycolyse
B
Vorming Acetyl-CoA
C
Citroenzuurcylcus
D
Oxidatieve fosforylering

Slide 27 - Quiz

Hoeveel ATP-moleculen kan één NADPH,H+ genereren tijdens de oxidatieve fosforylering? Gebruik Binas!! Welke tabel.....
A
1
B
2
C
3
D
6

Slide 28 - Quiz

Bij welke stap van de aerobe dissimilatie wordt de meeste ATP gevormd?
A
Glycolyse
B
Vorming acetyl CoA
C
Citroenzuurcyclus
D
Oxidatieve fosforylering

Slide 29 - Quiz

Bekijk de volgende dia goed
Er komt een vraag over.....

Slide 30 - Slide

Binas 68E

Slide 31 - Slide

Wat maakte de vorige dia duidelijk?
A
De citroenzuurcyclus is vooral voor koolhydraten
B
eiwitten en vetten kunnen afgebroken worden tot glucose
C
eiwitten en vetten leveren ook energie
D
glucose levert meer energie dan eiwitten of vetten

Slide 32 - Quiz

Wat ben je deze les wijzer geworden?

Slide 33 - Open question

Ik begrijp de aerobe dissimilatie nu....
-2100

Slide 34 - Poll

Wat gebeurt er als er geen O2 is?
Maak van het invulformulier nu de Anaerobe dissimilatie
Gebruik BINAS 68B GRIJS

Slide 35 - Slide