Week 13 klas BD

Week 13 - klas 2
Les 1: Grammatica

Les 2: Tio spelttoets 4

Vrijdag: Goede Vrijdag (vrij!)
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Week 13 - klas 2
Les 1: Grammatica

Les 2: Tio spelttoets 4

Vrijdag: Goede Vrijdag (vrij!)

Slide 1 - Slide

Pak je schrift, we gaan een aantekening maken.

Slide 2 - Slide

Aantekening (redekundig ontleden): enkelvoudige en samengestelde zinnen; hoofd- en bijzinnen
Tot nu toe: enkelvoudige zinnen ontleed (=zin met 1 PV).

Vanaf H5: ook samengestelde zinnen (=zin met 2 of meer PV’s).

Onthoud: alléén het aantal PV’s bepaalt of een zin enkelvoudig of samengesteld is; dus niet het aantal onderwerpen en vooral niet het aantal komma’s.

Vb. Piet houdt van brommers en Ria vindt fietsen leuk (2 pv's->samengestelde zin)

Slide 3 - Slide

Aantekening (redekundig ontleden): enkelvoudige en samengestelde zinnen; hoofd- en bijzinnen
Staan PV en O naast elkaar en kan er geen ander woord tussen gezet worden, dan heb je te maken met een hoofdzin. Staan PV en O niet naast elkaar of kan er gemakkelijk een woord tussen gezet worden, dan heb je te maken met een bijzin.

Vb. Piet houdt van brommers en Ria vindt fietsen leuk (2 hoofdzinnen)

Vb. Piet fietst, terwijl Ria in het gras zit (1 hoofdzin, 1 bijzin)


Slide 4 - Slide

Aantekening (redekundig ontleden): enkelvoudige en samengestelde zinnen; hoofd- en bijzinnen
Vb. Henk ging weg.

Frank bleef nog even.
Henk ging weg, maar Frank bleef nog even.

De verbonden zinnen zijn volkomen gelijkwaardig; wanneer je het woord ‘maar’ weglaat, heb je twee aparte, zelfstandige zinnen. Dit noem je nevenschikking.

Nevenschikkende voegwoorden: en, maar, of, dus, want.


Slide 5 - Slide

Aantekening (redekundig ontleden): enkelvoudige en samengestelde zinnen; hoofd- en bijzinnen
Vb. Mijn moeder las de krant.



Mijn vader deed de afwas.
Mijn moeder las de krant, terwijl mijn vader de afwas deed.

De verbonden zinnen zijn nu niet gelijkwaardig; wanneer je het woord ‘terwijl’ weglaat, heb je GEEN twee aparte, zelfstandige zinnen. Dit noem je onderschikking.

Onderschikkende voegwoorden: doordat, dat, hoewel, mits, terwijl, toen ………




Slide 6 - Slide

Maak nu opdracht 1 (p. 119)
Bepaal steeds bij elke zin wat de hoofd- en wat de bijzin is. Je hebt 10 minuten, daarna gaan we nakijken.

Kijk evt. dit filmpje:
https://www.youtube.com/watch?v=tMnF3jo_bEw

timer
10:00

Slide 7 - Slide

Antwoorden opdracht 1 (p. 119)
1 bijzin vooraan (Als hun diensttijd erop zit) 

2 bijzin achteraan (dat fijnstof in de longen en in de hersenen terechtkomt)
3 bijzin achteraan (omdat ze aardig willen doen tegen anderen)
4 bijzin vooraan (Dat hij de journalistiek in wilde) 
5 bijzin vooraan (Hoewel hij wel ontworpen is)
6 bijzin achteraan (dat ze niet opvallen)



Slide 8 - Slide

Einde les 1
Controlemoment: Cn kiest drie "thuis"leerlingen die binnen 3 minuten een foto van hun gemaakte opdrachten sturen via teams (individuele chat) of magistermail.

 

 Volgende les: tio-spelttoets 4

Slide 9 - Slide

Les 2
Maak tio-spelttoets 4. Succes!!!

Klaar? Werk verder in tio schrijft of spelt.

Fijn paasweekend!

Volgende week: verder met samengestelde zinnen en groep 1 gaat op school tio-tekst 5 voor een cijfer maken!


Slide 10 - Slide