BEB les 8 herhalen

1 / 17
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Polyfarmacie betekent dat iemand meer dan
A
4 verschillende geneesmiddelen gebruikt
B
5 verschillende geneesmiddelen gebruikt
C
6 verschillende geneesmiddelen gebruikt
D
weet ik niet

Slide 2 - Quiz

wat is het nadeel van polyfarmacie?
Toename van bijwerkingen

Verminderde therapietrouw

Toename van interacties 

Welke stelling is juist:
bij ouderen
A
is er minder vetweefsel dan bij jongeren
B
werken hydrofiele geneesmiddelen sterker
C
wordt er meer geneesmiddel onwerkzaam gemaakt bij de first -pass
D
weet ik niet

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Reuma is een auto-immuunziekte. Dit betekent dat het afweer systeem
A
gezond weefsel aanvalt
B
beschadigd weefsel herstelt
C
weet ik niet

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Bij reuma ontstaat schade aan de gewrichten. De klachten treden symmetrisch op
A
waar
B
niet waar
C
weet ik niet

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Artrose is een auto immuunziekte
A
waar
B
niet waar
C
weet ik niet

Slide 6 - Quiz

Is artrose een auto immuunziekte ja/ nee?
Nee, het wordt wel slijtage reuma genoemd maar het is geen auto immuunziekte. De symptomen zijn soms wel gelijk aan reuma, bewegingspijn startstijfheid
Wat is het belangrijkste uiterlijke verschil tussen artrose en reuma?
Reuma is symmetrisch artrose hoeft dat niet te zijn.
Waardoor ontstaat jicht?
Urinezuur ophoping in de gewrichten, hierdoor ontstaat een acute ontsteking
Waar ontstaat jicht meestal het eerst?
In de grote teen
Zijn de klachten continu aanwezig?
Nee, deze komen aanvalsgewijs

Klachten bij jicht zijn continu aanwezig
A
waar
B
niet waar
C
weet ik niet

Slide 7 - Quiz

Waardoor ontstaat jicht?
Urinezuur ophoping in de gewrichten, hierdoor ontstaat een acute ontsteking
Waar ontstaat jicht meestal het eerst?
In de grote teen
Zijn de klachten continu aanwezig?
Nee, deze komen aanvalsgewijs

Bij een partiele epilepsie aanval is de plek waar het insult ontstaat duidelijk aanwijsbaar
A
waar
B
niet waar
C
weet ik niet

Slide 8 - Quiz

Wat is er aan de hand bij epilepsie?
Normaal gaat de prikkel overdracht in de hersenen heel gecontroleerd en netjes.
Als jij een kopje wilt pakken dan ontstaat er in je hersenen een seintje dat doorgegeven wordt aan je hand zodat je het op kan pakken.
Er wordt een signaal doorgegeven van de ene zenuwcel naar de andere om zo het lichaam aan te sturen.
Deze signalen lopen niet allemaal door elkaar want dan wordt het een rommeltje.
Bij een epilepsie aanval lopen er wel allerlei signalen door elkaar
Door al deze signalen weten de hersenen even niet meer wat ze moeten doen, ze kunnen de informatie niet goed meer doorgeven.
Hoe noem je een epileptische aanval?
Insult
In welke 2 hoofdgroepen kan je de epilepsie aanvallen indelen?
Partieel en gegeneraliseerde aanvallen
Wat is het belangrijkste verschil tussen deze 2 groepen?
Partieel : duidelijk aanwijsbare plek, een 1 kant van de hersenen
Gegeneraliseerd: zowel links als rechterkant van hersenen, geen duidelijk aanwijsbare plek
Wat is status epilepticus?
De patient krijgt de ene aanval na de andere en komt tussendoor niet bij bewustzijn

Een spiersamentrekking is een eenvoudige partiele epileptische aanval. De patiënt is buiten bewustzijn
A
waar
B
niet waar
C
weet ik niet

Slide 9 - Quiz

een eenvoudige partiele epilepsie aanval kan een spiersamentrekking zijn maar de patient is niet buiten bewust zijn
Wanneer een kind koortsconvulsies heeft gaat dit later over in epilepsie
A
waar
B
niet waar
C
weet ik niet

Slide 10 - Quiz

Hoe ontstaan koortsconvulsies?
Bij snel oplopende temperatuur bij jonge kinderen
Kinderen groeien hier overheen. Epilepsie is een andere ziekte
Welke deel van het autonoom zenuwstelsel heeft de overhand bij de ziekte van Parkinson
A
parasympatisch
B
sympatisch
C
weet ik niet

Slide 11 - Quiz

Welk deel van het autonoom zenuwstelsel heeft bij Parkinson de overhand?
Het parasympatische systeem.
Aan welke neurotransmitter is er een tekort?
Dopamine
Welke bouwstof van dopamine is belangrijk?
levodopa
Wat zijn kenmerken van de 1ste fase?
Bewegingsarmoede
Trillen
Houdingsstoornis
Masker gelaat
Monotone spraak
Wat zijn de kenmerken van de verdere achteruitgang?
Gedragsverandering
Depressie
Duizeligheid
Verstopping
Late fase:
Dementie

levodopa is een belangrijke bouwstof van dopamine. Dopamine is een neurotransmitter voor het
A
parasympatische systeem
B
sympatische systeem
C
weet ik niet

Slide 12 - Quiz

Aan welke neurotransmitter is er een tekort?
Dopamine
Welke bouwstof van dopamine is belangrijk?
levodopa
Wat zijn kenmerken van de 1ste fase?
Bewegingsarmoede
Trillen
Houdingsstoornis
Masker gelaat
Monotone spraak
Wat zijn de kenmerken van de verdere achteruitgang?
Gedragsverandering
Depressie
Duizeligheid
Verstopping
Late fase:
Dementie

Bij vertigo ligt de oorzaak van de duizeligheid in het evenwichtsoorgaan
A
waar
B
niet waar
C
weet ik niet

Slide 13 - Quiz

Wat is er aan de hand bij vertigo?
De patient is duizelig
Wat is er aan de hand bij een delier?
De patient is verward, is gedesorienteerd
Wat is het verschil tussen delier en dementie
Delier ontstaat plotseling en is omkeerbaar: stoppen met medicatie / alcohol
Dementie ontstaat langzaam en is niet omkeerbaar
Bij dementie is het lange termijn geheugen aangetast: waar of niet waar
Niet waar, mensen herinneren zich vaak nog dingen van vroeger maar vergeten wat er 5 minuten geleden is gebeurd
Bij migraine duurt de hoofdpijn altijd een paar dagen. Waar of niet waar
Niet waar, de aanval kan ook een paar uur duren, soms zijn er meerdere aanvallen achter elkaar
Door welke factoren wordt een aanval uitgelokt?
Geur, spanning, eten , hormoon wisseling


Houdingsstoornis
Masker gelaat
Monotone spraak
Wat zijn de kenmerken van de verdere achteruitgang?
Gedragsverandering
Depressie
Duizeligheid
Verstopping
Late fase:
Dementie

Wat is geen symptoom van van een delier?
A
verwardheid
B
desoriëntatie
C
klachten zijn onomkeerbaar
D
weet ik niet

Slide 14 - Quiz

Wat is er aan de hand bij een delier?
De patient is verward, is gedesorienteerd
Wat is het verschil tussen delier en dementie
Delier ontstaat plotseling en is omkeerbaar: stoppen met medicatie / alcohol
Dementie ontstaat langzaam en is niet omkeerbaar
Bij dementie is het lange termijn geheugen aangetast: waar of niet waar
Niet waar, mensen herinneren zich vaak nog dingen van vroeger maar vergeten wat er 5 minuten geleden is gebeurd
Bij migraine duurt de hoofdpijn altijd een paar dagen. Waar of niet waar
Niet waar, de aanval kan ook een paar uur duren, soms zijn er meerdere aanvallen achter elkaar
Door welke factoren wordt een aanval uitgelokt?
Geur, spanning, eten , hormoon wisseling
Houdingsstoornis
Masker gelaat
Monotone spraak
Wat zijn de kenmerken van de verdere achteruitgang?
Gedragsverandering
Depressie
Duizeligheid
Verstopping
Late fase:
Dementie

De ziekte van Alzheimer is een oorzaak van het ontstaan van dementie
A
waar
B
niet waar
C
weet ik niet

Slide 15 - Quiz


Wat is het verschil tussen delier en dementie
Delier ontstaat plotseling en is omkeerbaar: stoppen met medicatie / alcohol
Dementie ontstaat langzaam en is niet omkeerbaar
Bij dementie is het lange termijn geheugen aangetast: waar of niet waar
Niet waar, mensen herinneren zich vaak nog dingen van vroeger maar vergeten wat er 5 minuten geleden is gebeurd

Een migraine aanval ontstaat altijd plotseling zonder signalen vooraf
A
waar
B
niet waar
C
weet ik niet

Slide 16 - Quiz

Bij migraine duurt de hoofdpijn altijd een paar dagen. Waar of niet waar
Niet waar, de aanval kan ook een paar uur duren, soms zijn er meerdere aanvallen achter elkaar
Door welke factoren wordt een aanval uitgelokt?
Geur, spanning, eten , hormoon wisseling

Welke vragen heb je?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions