This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Bloed, bloedsomloop en hart
Slide 1 - Slide
Wat gaan we deze les doen?
§ 3.1 - § 3.2 (af)maken en leren
Volgende les:
§ 3.3 en herhaling
Slide 2 - Slide
Bloed
Slide 3 - Mind map
Samenstelling bloed
Slide 4 - Slide
Bloedplasma
Vloeistof
Vervoert: - Voedingsstoffen - Afvalstoffen
Slide 5 - Slide
samenstelling bloed
Slide 6 - Slide
Hoe ontstaat bloed?
stamcellen uit beenmerg
worden:
- rode bloedcellen
- witte bloedcellen
- bloedplaatjes
Slide 7 - Slide
Witte bloedcellen
Slide 8 - Slide
Bloedplaatjes
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Slide
Wat is de belangrijkste taak van de witte bloedcellen?
A
Zuurstof vervoeren
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
D
Voedingsstoffen vervoeren
Slide 13 - Quiz
Welk van de volgende onderdelen van het bloed heeft geen vaste vorm?
A
bloedplaatjes
B
rode bloedcellen
C
witte bloedcellen
D
bloedplasma
Slide 14 - Quiz
Wat is de belangrijkste taak van de bloedplaatjes?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
D
Vervoeren voedingsstoffen
Slide 15 - Quiz
Waar bestaat pus uit?
A
dode bacteriën en etter
B
dode witte cellen en etter
C
dode bloedplaatjes en rode bloedcellen
D
dode witte bloedcellen en bacteriën
Slide 16 - Quiz
Trombose
Als bloedplaatjes per ongeluk in een bloedvat samen gaan klonteren ontstaat er een bloedpropje dit kan tot verstoppingen zorgen.
Het bloedvat kan afgesloten worden, dan komt er geen bloed meer doorheen. De organen of weefsels waarnaar het bloedvat gaat krijgen geen zuurstof meer of kunnen hun koolstofdioxide niet kwijt.
Slide 17 - Slide
Vaten
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
zuurstofrijk bloed
zuurstofarm bloed.
Slide 20 - Slide
bloedvatenstelsel
rood = zuurstofrijk
blauw = zuurstofarm
Slide 21 - Slide
Welke drie soorten bloedvaten zijn er?
A
Aorta, slagaders en aders
B
Aorta, aders en haarvaten
C
Aorta, slagaders en haarvaten
D
Slagaders, aders en haarvaten
Slide 22 - Quiz
Bevatten slagaders zuurstofrijk bloed?
A
ja
B
nee
C
Ze bevatten alleen heel veel koolstofdioxide
Slide 23 - Quiz
A
1.slagader 2.haarvat 3.ader
B
1.aorta 2.haarvat 3. ader
C
1.ader 2.haarvat 3.slagader
D
1.ader 2.haarvat 3. ader
Slide 24 - Quiz
Bloedsomloop
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Video
Dubbele bloedsomloop
Volgorde: hart - longen - hart - lichaam
Slide 27 - Slide
Bij één omloop, stroomt het bloed.....
A
1 x door het hart
B
2 x door het hart
C
3 x door het hart
D
niet door het hart
Slide 28 - Quiz
Waarom is bij de mens de bloedsomloop een dubbele bloedsomloop?
A
Het bloed maakt twee rondjes
B
Het bloed komt langs twee longen
C
Het bloed gaat twee keer door het hart
D
Het bloed heeft een dubbele stroming
Slide 29 - Quiz
De kleine bloedsomloop is de bloedsomloop die verloopt over de longen