Conjunctuur & beleid

Conjunctuur & beleid
Emma & Shanine
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Conjunctuur & beleid
Emma & Shanine

Slide 1 - Slide

Conjunctuur
  • Productiefactoren
  • Conjunctuurgolf/conjunctuurbeweging

Slide 2 - Slide

Economische groei van Nederland per kwartaal

Slide 3 - Slide

Laagconjunctuur
Hoogconjunctuur
Conjuncturele werkloosheid
Onderbesteding
Krappe arbeidsmarkt
Bestedingsinflatie

Slide 4 - Drag question

Slide 5 - Video

Vraag en aanbod
  • Geaggregeerde vraag

Slide 6 - Slide

C + I + O + E - M
C = 
I = 
O = 
E = 
M = 
Consumptie
Investeringen
Overheid
Export
Import

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Prijsrigiditeit
  • Productiekosten staan voor langere tijd vast
  • Loonkosten maken een groot deel uit van de productiekosten
  • Verkoopprijzen van eindproducten staan vast
  • Bedrijven passen alleen prijzen aan als ze verwachten dat de afname van de prijs blijvend is


Slide 10 - Slide

Inflatie
  • CPI
  • Kosteninflatie
  • Waardevast inkomen

Slide 11 - Slide



  • Koopkracht daalt van het inkomen
  • Schulden worden minder waard
  • Spaargeld wordt minder waard
  • Prijzen omhoog, omzet neemt toe, nominaal bbp stijgt
  • Concurrentenpositie verslechterd (buitenland)


  • Koopkracht van inkomen stijgt
  • Schulden worden meer waard
  • Spaargeld wordt meer waard
  • Consumenten stellen consumptie uit
  • Concurrentiepositie kan verbeteren (buitenland)

Inflatie
Deflatie

Slide 12 - Slide

Anticyclisch conjunctuurbeleid:
  • Bestedingen laagconjunctuur stimuleren
  • Bestedingen tijdens hoogconjunctuur afremmen
Procyclisch conjunctuurbeleid:
  • Conjunctuurbeleid wordt gestimuleerd in plaats van afgeremd

Slide 13 - Slide

  • Loonmatiging
  • Verbeteren arbeidsporductiviteit
  • Beperken inflatie

Inernationale concurrentiepositie

Slide 14 - Slide

Wanneer is er sprake van een recessie?
A
Oplopende groei onder de trend
B
Afnemende groei onder de trend
C
Oplopende groei boven de trend
D
Afnemende groei boven de trend

Slide 15 - Quiz

Hoe noem je een langdurige recessie?
A
Vooruitgang
B
Recessie
C
Depressie
D
Achteruitgang

Slide 16 - Quiz

Wat is het doel van een conjunctuurklok?
A
Het geeft de productiefactoren aan
B
Het geeft de stand weer van de indicatoren
C
Het laat zien hoe laat het is
D
Het laat het verloop van de conjunctuur zien

Slide 17 - Quiz

Wat is de formule voor de totale vraag naar goederen en diensten
A
C + I + O + E - M
B
C = I + O + E + M
C
C + I + O + M - E
D
C - I + O + E + M

Slide 18 - Quiz

Wat betekend inflatie?
A
Geld wordt minder waard
B
Mensen gaan meer kopen
C
Daling van het gemiddeld prijspeil
D
Stijging van het gemiddeld prijspeil

Slide 19 - Quiz

Hoe kan je de internationale concurrentiepositie verbeteren?
A
De stijging van lonen beperken
B
inflatie stimuleren
C
Arbeidsproductiviteit verbeteren
D
Inflatie beperken

Slide 20 - Quiz

Wat is de definitie van het begrip 'productiecapaciteit'?
A
De maximaal mogelijke productieomvang
B
Hoeveel een bedrijf kan maken met grondstoffen
C
Hoeveel een bedrijf kan maken met het personeel in dienst
D
Hoeveel er in een jaar geproduceerd kan worden

Slide 21 - Quiz