schwache Verben

Grammatica voor PWW 3
  • Haben, sein, werden t.t. + volt. dw.
  • Zwakke ww. t.t. + volt. dw. (incl. alle uitzonderingen etc.)
  • Pers. vnw. en Bez. vnw. in de 1ste naamval (ein- en der-Gruppe)
  • Geslachtsregels (herhaling)

1 / 20
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Grammatica voor PWW 3
  • Haben, sein, werden t.t. + volt. dw.
  • Zwakke ww. t.t. + volt. dw. (incl. alle uitzonderingen etc.)
  • Pers. vnw. en Bez. vnw. in de 1ste naamval (ein- en der-Gruppe)
  • Geslachtsregels (herhaling)

Slide 1 - Slide

Basis: (bijv) machen
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie

Slide 2 - Slide

Uitzondering 1: (bijv) heißen
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie

Slide 3 - Slide

Uitzondering 2: (bijv) kosten
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie

Slide 4 - Slide

Uitzondering 3: (bijv) regnen
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie

Slide 5 - Slide

Oefenzinnen
  1. Mein Vater .................. (reisen) sehr viel für seine Arbeit
  2. ..................... (kommen) du mit?
  3. ........................ (öffnen) ihr bitte das Fenster?
  4. Wir .................... (arbeiten) die ganze Deutschstunde fleißig.

Slide 6 - Slide

Classroom

Oefen nu met de oefenlinks op Classroom.
Klaar? 
1. Nakijken al het HW tot nu toe
2. HW volgende les
Laatste 10 minuten: nogmaals oefenen zwak werkwoord (in LessonUp)

Slide 7 - Slide

Fragen
Du ----- zu viel

Slide 8 - Open question

hören
jetzt ------ ihr schöne Musik

Slide 9 - Open question

trinken
wir ------- gerne einen Cola

Slide 10 - Open question

wandern
ich ----- jeden Morgen für eine halbe Stunde

Slide 11 - Open question

Besuchen
Jesse ----- seine Freundin sehr oft

Slide 12 - Open question

arbeiten
Storr ----- immer sehr gut

Slide 13 - Open question

beißen
Mein Hund --- deine Katze

Slide 14 - Open question

kochen
Welches Gericht ----- du gerne?

Slide 15 - Open question

heizen
Der Ofen ----- das ganze Haus

Slide 16 - Open question

schneiden
Bitte, ---- ihr die Karotten und die Kräuter

Slide 17 - Open question

bedeuten, kennen
Was ----- dieses Wort? ich ---- es nicht
(let op: tussen de WW alleen een spatie!)

Slide 18 - Open question

atmen
Hoch in den Bergen ------ du schwieriger.

Slide 19 - Open question

rechnen
---- ihr in der Mathestunde viel?

Slide 20 - Open question