§1.4 Wordt alles duurder? (Les 1)

Paragraaf 1.4
Wordt alles duurder?
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Paragraaf 1.4
Wordt alles duurder?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Toets ingepland: dinsdag 8 oktober
  • Uitleg rekenvaardigheden Kwizl (5 min)
  • Terugblik §1.3 (5 min.)
  • Uitleg §1.4 (15 min.)
  • Opdrachten maken (25 min.)
  • Afsluiting (10 min.)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vaardigheden Kwizl
  • Ga naar www.kwizl.nl
  • Klik rechtsboven op ‘ inloggen’ 
  • Inloggen met Entree 
  • Voer de klassencode in: S26KA4

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Terugblik § 1.3
Je inkomen en uitgaven

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Je betaalt € 39 per maand aan de sportschool. Hoeveel is dat per week?

Slide 6 - Open question

- € 239 x 12 = € 468 per jaar
- € 468 : 52 = € 9,00 per week
Paragraaf 1.4
Wordt alles duurder?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Link

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Link

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

In de schoolkantine is de prijs van de tosti’s verhoogd van
€ 2,15 naar € 2,40.

Met hoeveel procent is de prijs gestegen?

Slide 16 - Open question

(€ 2,40 - € 2,15) : € 2,15 x 100 = 11,6% 
Opdrachten §1.4
Maken deze les:
  • Opdracht 1 t/m 8
  • Rekenopdracht 14 (blz. 33)

Wat ga je doen als je klaar bent?
  • Nakijken
  • Vaardigheden in Kwizl (V1 t/m 7)
  • Verder met opdracht 9 t/m 11

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
Beantwoordt de volgende vragen:

1. Een algemene stijging van de prijzen noem je (inflatie/deflatie). Het gevolg is dat je voor hetzelfde bedrag (meer/minder) kunt kopen. Hierdoor (stijgt/daalt) de koopkracht.

2. Emir verdient € 2.645 per maand. Vorig jaar verdiende hij € 2.590 per maand. Met hoeveel procent is zijn salaris gestegen?

Slide 18 - Slide

1. Inflatie, minder, daalt
2. (€ 2.645 - € 2.590) : € 2.590 x 100 = 2,1%