Leesvaardigheid

Leesvaardigheid les 1
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

Leesvaardigheid les 1

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Gelukkig maken deze meisjes mijn kleren niet...

Slide 3 - Slide

Lesdoelen les 1
Je maakt een voorspelling van waar de tekst over zou kunnen gaan.

Aan het eind van de les kun je vertellen over jouw leesbeleving.

Aan het eind van de les weet je waar kleding vandaan kan komen en hoe kinderarbeid er uit kan zien.

Aan het eind van de les heb je een mening gevormd over een van de aspecten uit het verhaal en heb je deze gedeeld met anderen.

Aan het eind van de les ken je de betekenis van de volgende woorden: district, sari, export, westerlingen, spinnerij, schamper, bruidsschat.

Slide 4 - Slide

Het verloop van de les
1. Woorden die centraal staan bespreken.
2. Tekst blz. 1 modelen door mij.
3. Tekst interactief modelen. Samen dus.
4. Tekst lezen in tweetallen. Dit doe je ook modelend en om de beurt.
5. Tekst bespreken en ervaringen en meningen uitwisselen in groepjes van vier.
6. Kijken of de lesdoelen zijn behaald.

Slide 5 - Slide

Woordenschat
district
 sari
 export
westerlingen
spinnerij
 schamper
bruidsschat

Slide 6 - Slide

Bespreek het verhaal naar aanleiding van deze vragen en jouw eigen inbreng:
- Welke gebeurtenissen vond je opvallend?
- Hoe is het leven voor de personages? Denk aan de meisjes en hun ouders, mannen, Nederlandse meisjes enzovoort.
- Wat verschilt er met Nederland?
- Wat is niet helemaal duidelijk voor je?
- Bespreek jullie meningen en gevoelens over meerdere onderdelen uit het verhaal.



Slide 7 - Slide

Lesdoelen les 1: zijn deze behaald?
Je maakt een voorspelling van waar de tekst over zou kunnen gaan.

Aan het eind van de les kunnen je vertellen over jouw leesbeleving.

Aan het eind van de les weet je waar kleding vandaan kan komen en hoe kinderarbeid er uit kan zien.

Aan het eind van de les heb je een mening gevormd over een van de aspecten uit het verhaal en heb je deze gedeeld met anderen.

Aan het eind van de les ken je de betekenis van de volgende woorden: district, sari, export, westerlingen, spinnerij, schamper, bruidsschat.

Slide 8 - Slide


Eventuele onderwerpen voor als je niet kunt kiezen:

1. Het praten met meisjes die 7 dagen per week in een fabriek hebben gewerkt.
2. Het hebben van een chauffeur.
3. Vrouwen en meisjes hoeven minder betaald te worden dan mannen.
4. Vrouwen en meisjes zijn niet veel waard in India.
5. Jonge kinderen verdienen minder.
6. Mannen verdienen ook erg weinig.
7. Overwerken moet, anders krijg je jouw verdiende geld niet.
8. De valse beloftes van de werkgevers.
9. Overwerk wordt vaak niet uitbetaald.
10. In de nacht moet ook vaak gewerkt worden.
11. De omstandigheden en gevaren in de fabriek.
12. De reacties van de ouders van de Indiase meisjes toen ze zonder geld thuiskwamen.
13. Het moeten trouwen op jonge leeftijd met iemand die je ouders uitkiezen.
14. Het actieplan van de Nederlandse meiden.
15. Trainingen voor de Indiase meisjes en vrouwen.

Slide 9 - Slide

Les 2
Gelukkig maken deze meisjes mijn kleren niet...

Slide 10 - Slide

Terugblik op het verhaal.
Bespreken in tweetallen.
Wat zijn de verschillen tussen het leven van tienermeisjes in Nederland en tienermeisjes in India?

Leg om de beurt de betekenissen van de woorden uit en geef er voorbeelden bij.
district, sari, export, westerlingen, 
spinnerij, schamper, bruidsschat

Slide 11 - Slide

Terugblik op de woorden
district, sari, export, westerlingen, 
spinnerij, schamper, bruidsschat

Slide 12 - Slide

Lesdoelen les 2
Jullie vertellen elkaar in tweetallen welke verschillen er zijn tussen het leven van een tienermeisje in India en een tienermeisje in Nederland. 

Jullie herhalen samen de volgende woorden en de betekenissen ervan: district, sari, export, westerlingen, spinnerij, schamper, bruidsschat.

Aan het eind van de les heb je een brief of een artikel geschreven waarin je vertelt over een gebeurtenis uit het verhaal. Hier heb je minimaal vier van de woorden die centraal staan in verwerkt.

Slide 13 - Slide

Schrijfopdrachten (individueel)
1. Je was erbij in India. Je schrijft een brief naar een bekende waarin je uitgebreid vertelt over wat je hebt gezien, gehoord en hebt meegemaakt.

2. Je werkt voor de krant. Je schrijft een artikel over een of meerdere gebeurtenissen uit het verhaal.

Slide 14 - Slide

Schrijfopdrachten (individueel)
1. Je was erbij in India. Je schrijft een brief naar een bekende waarin je uitgebreid vertelt over wat je hebt gezien, gehoord en hebt meegemaakt.

2. Je werkt voor de krant. Je schrijft een artikel over een of meerdere gebeurtenissen uit het verhaal.

3. Maak een stripverhaal over het boekfragment of over een gebeurtenis uit het fragment.

Slide 15 - Slide

Lesdoelen les 2: zijn deze behaald?

Jullie vertellen elkaar in tweetallen welke verschillen er zijn tussen het leven van een tienermeisje in India en een tienermeisje in Nederland. 

Jullie herhalen samen de volgende woorden en de betekenissen ervan: district, sari, export, westerlingen, spinnerij, schamper, bruidsschat.

Aan het eind van de les heb je een brief of een artikel geschreven waarin je vertelt over een gebeurtenis uit het verhaal. Hier heb je minimaal vier van de woorden die centraal staan in verwerkt.

Slide 16 - Slide

Uitwisselen
Geef elkaar feedback over de inhoud.

Vertel of je vindt dat de lesdoelen zijn behaald.

Slide 17 - Slide

Uitwisselen
Lees elkaars werk.

Geef elkaar feedback op de inhoud van het verhaal.

Slide 18 - Slide

Evaluatie
Weten we wat de moeilijke woorden betekenen?
Hoe ging het maken van de opdracht?
Wat ging goed?
Wat zijn de aandachtspunten voor de volgende keer?
Welke algemene tips heb je voor een ander?

Slide 19 - Slide