Als je in het Spaans een vraag stelt, dan is de woordvolgorde hetzelfde
als in een gewone, bevestigende zin.
Voor de zin komt altijd een omgekeerd vraagteken: ¿.
Achter de zin zet je een gewoon vraagteken: ?
Hetzelfde geldt voor het uitroepteken:
¡ aan het begin en ! aan het einde van de zin.