Gesprekken voeren A2 (bij)baan

Hoe zeg je:
Ik werk in een hotel
A
Trabajo es un hotel
B
Trabajo en un hotel
C
Trabajo un hotel
D
Trabajo in un hotel
1 / 17
next
Slide 1: Quiz
SpaansMBOStudiejaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Hoe zeg je:
Ik werk in een hotel
A
Trabajo es un hotel
B
Trabajo en un hotel
C
Trabajo un hotel
D
Trabajo in un hotel

Slide 1 - Quiz

Welke werkdag ontbreekt?
lunes-miércoles-jueves-viernes
A
zondag
B
zaterdag
C
dinsdag
D
donderdag

Slide 2 - Quiz

Wat is 'dinsdag' in het Spaans?

Slide 3 - Open question

Ik werk elke maandag
A
Trabajo el lunes
B
Trabajo los lunes

Slide 4 - Quiz

Ik werk elke maandag en dinsdag

Slide 5 - Open question

Ik ben ober (mannelijk)

Slide 6 - Open question

Ik ben ober, ik werk in een restaurant

Slide 7 - Open question

Wat betekent:
Sirvo platos y bebidas
A
Ik bereid gerechten voor
B
ik serveer eten en drinken

Slide 8 - Quiz

Ik serveer eten en drinken

Slide 9 - Open question

Vertaal: verantwoordelijkheid

Slide 10 - Open question

Ik heb veel verantwoordelijkheid

Slide 11 - Open question

vertaal: aardig
A
interesante
B
divertido
C
social
D
amable

Slide 12 - Quiz

Mijn colega's zijn aardig

Slide 13 - Open question

Mijn colega's zijn sociaal

Slide 14 - Open question

Vertaal:
Ik werk omdat

Slide 15 - Open question

Vertaal:
Ik werk omdat ik het leuk vind

Slide 16 - Open question

Vertaal:
Ik heb twintig colega's

Slide 17 - Open question