Jelte past tenses

Past simple
We gebruiken de past simple om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurt. 

- He played the guitar a lot when he was younger
- He got defeated by a 9-year-old at Fortnite

1 / 17
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Past simple
We gebruiken de past simple om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurt. 

- He played the guitar a lot when he was younger
- He got defeated by a 9-year-old at Fortnite

Slide 1 - Slide

Past simple
Voor regelmatige werkwoorden plakken we -ed achter het werkwoord. Play>played, defeat>defeated.


- He played the guitar a lot when he was younger
- He got defeated by a 9-year-old at Fortnite

Slide 2 - Slide

Past simple
Let op! Eindigt het werkwoord op -e? Plak er dan alleen een -d achter.
To love>loved.

Heeft het werkwoord 1 lettergreep en een korte klinker voor een medeklinker, verdubbel dan de medeklinker!

To shop> shopped
To cook> ............?
To plan> ............?





Slide 3 - Slide

Past simple
Let op! Eindigt het werkwoord op -e? Plak er dan alleen een -d achter.
To love>loved.

Heeft het werkwoord 1 lettergreep en een korte klinker voor een medeklinker, verdubbel dan de medeklinker!

To shop> shopped
To cook> cooked
To plan> planned





Slide 4 - Slide

Past simple
Eindigt het werkwoord op een medeklinker+-y? Dan verandert de y in -ie.

To try>tried
To play>played

Heeft het werkwoord twee of meer lettergrepen en ligt de klemtoon op de laatste lettergreep? Verdubbel dan de medeklinker.
To per.MIT> permitted
To overlap>overlapped 

Slide 5 - Slide

Past simple
Vaak kun je een zin ook in de verleden tijd zetten door het werkwoord 'to be' te gebruiken.

I was very proud of my Victory Royale.
You were very proud of your Victory Royale.
He/She/It was very proud of his/her/its Victory Royale.
We were very proud of our Victory Royale.
You were very proud of your Victory Royale.
They were very proud of their Victory Royale.




Slide 6 - Slide

Asking question using the past simple
Wanneer we een vraag willen stellen met de past simple gebruiken we 'did'+ (onderwerp) + (werkwoord)

Did you kill him?
Did we leave the stove on?
Did she do her homework?

Slide 7 - Slide

Asking question using the past simple
Met het werkwoord 'to be' kunnen we ook een vraagzin maken. Het enige wat je hoeft te doen is deze vooraan te zetten, net als in het Nederlands.

Peter was happy/Peter was blij.
Was Peter happy?/Was Peter blij?

Slide 8 - Slide

Past continuous
De past continuous geeft aan dat iets in het verleden aan de gang was.
Hoe maak je deze? Je pakt de verleden tijd van het werkwoord 'to be', en plakt -ing aan het werkwoord dat erachter komt. 
De past continous komt vaak voor in combinatie met de past simple!




Slide 9 - Slide

Past continious

Slide 10 - Slide

Past continuous
Een actie in het verleden wordt onderbroken. Let op, hier gebruik je vaak de past continuous en de past simple tegelijk!

Henry was playing the guitar when his mother came in.
When we arrived he was having a bath.
They were sleeping peacefully until the alarm rang. 


Slide 11 - Slide

Past continuous
We gebruiken ook de past continuous als we het hebben over een specifieke tijd, maaaaaar.... alleen als de activiteit al is begonnen voor deze tijd.

At midnight, everyone at the party was still having fun. 
At midnight, everyone at the party began to have some fun. 



Slide 12 - Slide

Past continuous
Gebruiken we ook wanneer we het hebben over gewoontes(habits) van vroeger.

As a baby, my brother was always making a mess. 
My first year of college, I was making spelling mistakes all the time. 


Slide 13 - Slide

Past perfect
Past perfect simple = had + past participle
I had worked
Past perfect continuous = had been + ing form
I had been working.



Slide 14 - Slide

Past perfect simple
Gebruiken we om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurt voor iets anders dat in het verleden is gebeurt. We passen de past perfect simple toe op het gene wat als eerst gebeurt is.
When we arrived, the plane had already landed.
He was looking for a plaster because he had cut his finger.




Slide 15 - Slide

Past perfect simple
Gebruiken we om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurt voor iets anders dat in het verleden is gebeurt. We passen de past perfect simple toe op het gene wat als eerst gebeurt is.
When we arrived, the plane had already landed.
He was looking for a plaster because he had cut his finger.




Slide 16 - Slide

Past perfect continuous
Gebruiken we wanneer net iets gestopt is en we zien het resultaat nog. 
Her hair was wet. She had been swimming.
I could see she had been crying because her eyes were red.
He was tired because he had been working all day.




Slide 17 - Slide