o 10.1.1 Je kunt beschrijven welke effecten krachten op een voorwerp kunnen hebben.
o 10.1.2 Je kunt de grootte van een kracht met een geschikte krachtmeter meten.
o 10.1.3 Je kunt een kracht tekenen als een vector, volgens een gegeven krachtenschaal.
o 10.1.4 Je kunt de krachten benoemen die in een gegeven situatie op een voorwerp werken.
o 10.1.5 Je kunt de zwaartekracht berekenen die op een voorwerp werkt.
o 10.1.6 Je kunt beredeneren of twee magnetische voorwerpen elkaar aantrekken of afstoten.
o 10.1.7 Je kunt beredeneren of twee elektrisch geladen voorwerpen elkaar aantrekken of afstoten.