Herhaling T1

Herhaling T1
Verbranding en ademhaling
PW: vrijdag 6 oktober 2023
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Herhaling T1
Verbranding en ademhaling
PW: vrijdag 6 oktober 2023

Slide 1 - Slide

Welke stoffen zijn er nodig voor fotosynthese?

Slide 2 - Open question

Welk nummer geeft een bronchie aan?
A
2
B
8
C
9
D
10

Slide 3 - Quiz


A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 4 - Quiz

In je lichaam vindt alleen overdag verbranding plaats.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Alleen als het warm is, adem je waterdamp uit.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Hieronder is de verbranding in je lichaam schematisch weergegeven. Twee woorden zijn vervangen door cijfers.

1 + zuurstof water + 2 + energie

Op de plek van cijfer 2 moet koolstofdioxide worden ingevuld.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

longblaasjes
longen
brochien
Luchtpijptakje
luchtpijp

Slide 8 - Drag question

Wat is de indicator van koolstofdioxide?

Slide 9 - Open question

Insecten ademen met behulp van
A
longen
B
kieuwen
C
tracheeën

Slide 10 - Quiz

Ingeademde lucht bevat 
meer zuurstof dan koolstofdioxide. 
minder zuurstof dan koolstofdioxide.
Uitgeademde lucht bevat

Slide 11 - Drag question

Noem 4 verschillen tussen mondademhaling en neusademhaling? (behalve het verschil neus en mond....)

Slide 12 - Open question

Waarom zijn koudbloedige dieren weinig actief bij lage temperaturen?

Slide 13 - Open question

Noem 2 aanpassingen die warmbloedige dieren hebben.

Slide 14 - Open question

Bij welke ziekte worden de luchtwegen nauwer?
A
Bij astma.
B
Bij hooikoorts.
C
Bij longemfyseem

Slide 15 - Quiz

Water speelt een rol bij de verbranding van een kaars.
Wat voor rol?

A
Bij de verbranding van een kaars wordt water verbruikt.
B
Bij de verbranding van een kaars ontstaat water als verbrandingsproduct.
C
Bij de verbranding van een kaars wordt water omgezet in energie.
D
Bij de verbranding van een kaars wordt energie omgezet in water.

Slide 16 - Quiz

Wat is de functie van het strotklepje?

A
Het strotklepje voorkomt dat er lucht in de slokdarm komt tijdens het ademhalen
B
Het strotklepje voorkomt dat er voedsel in de neusholte komt tijdens het slikken
C
Het strotklepje voorkomt dat er lucht van de neusholte in de mondholte komt tijdens het ademhalen
D
Het strotklepje voorkomt dat er voedsel in de luchtpijp komt tijdens het slikken

Slide 17 - Quiz

Delen van het ademhalingsstelsel zijn: bronchiën, longblaasjes en luchtpijp. Welke van deze delen bevatten kraakbeenringen?

A
De bronchiën, de longblaasjes en de luchtpijp
B
Alleen de bronchiën en de luchtpijp
C
Alleen de bronchiën en de longblaasjes
D
Alleen de luchtpijp

Slide 18 - Quiz


In welk celorganellen vindt de afbraak van glucose plaats

Slide 19 - Open question

Noem twee dingen die je kunt doen om je luchtwegen gezond te houden

Slide 20 - Open question

Hoe komt het dat je warm wordt als je hardloopt?

Slide 21 - Open question


Bij welke adembeweging beweegt de buikwand naar voren?


A
Bij inademing door middel van ribademhaling.
B
Bij inademing door middel van middenrifademhaling.
C
Bij uitademing door middel van ribademhaling.
D
Bij uitademing door middel van middenrifademhaling.

Slide 22 - Quiz


 Welk verband bestaat er bij de mens tussen uitademing en beweging van het middenrif?

A
De lucht stroomt naar buiten; daardoor gaat het middenrif omlaag.
B
De lucht stroomt naar buiten; daardoor gaat het middenrif omhoog.
C
Het middenrif gaat omlaag; daardoor stroomt lucht naar buiten.
D
Het middenrif gaat omhoog; daardoor stroomt lucht naar buiten

Slide 23 - Quiz

Noem 6 onderdelen van de kieuwen.

Slide 24 - Open question

Zijn er nog onderdelen die extra uitgelegd moeten worden?

Slide 25 - Open question