1. Je kijkt of het linkerwoord een zelfstandig naamwoord is -> de tomaat
2. Als het linkerwoord een zelfstandig naamwoord is, kijk je of het een meervoud op -en, -s of beide heeft -> de tomaten (niet de tomates)
3. Als het zelfstandig naamwoord alleen een meervoud op -en heeft, dan schrijven we de tussen-n -> tomatensoep.