RTTI, BLOOM, OBIT enzovoort

Taxonomieën
 Het onderwijs kent verschillende taxonomieën, die alle gemeen hebben dat ze
proberen de verschillende leer- en denkactiviteiten
te onderscheiden en in te delen
1 / 8
next
Slide 1: Slide
SenWHBOStudiejaar 2

This lesson contains 8 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Taxonomieën
 Het onderwijs kent verschillende taxonomieën, die alle gemeen hebben dat ze
proberen de verschillende leer- en denkactiviteiten
te onderscheiden en in te delen

Slide 1 - Slide

Welke taxonomieën ken jij?

Slide 2 - Open question

Taxonomie van BLOOM
 Bloom ontwikkelde zijn model aanvankelijk voor het vak geschiedenis, maar al gauw bleek dat het model heel goed bruikbaar was voor het bepalen van leerniveaus en de cognitieve ontwikkeling in algemene zin. 
Bloom onderscheidt hogere leerniveaus en lagere leerniveaus. Het model onderscheidt ook eenvoudige en complexe kennis. 
Op die manier ontstaat een matrix van leer- en denkhandelingen. 

Slide 3 - Slide

Waarom?
Bij de ontwikkeling van toetsvragen en bij het
gebruik van toetsen kan een taxonomie erg
verhelderend en structurerend werken.

Slide 4 - Slide

Geef voorbeelden waarom of waar een taxonomie behulpzaam kan zijn

Slide 5 - Open question

OBIT
Het OBIT-model richt zich vooral op het leren van kennis: je weet iets, je snapt het en je kunt er iets mee doen.
Het gaat uit van een verdeling in reproductief leren en inzichtelijk leren. Binnen die twee stappen wordt
onderscheid gemaakt in onthouden, begrijpen, integreren en toepassen.

Slide 6 - Slide

RTTI
Veel gebruikt in toetsen.
De eenvoud van het model maakt het wel geschikt voor een snelle check of alle niveaus voorkomen in de vragen van een toets, maar het is minder geschikt voor het stellen van een diagnose binnen de categorieën. Zeker voor het vmbo is het ontbreken van de  competentie-dimensie wel een gemis. 

Slide 7 - Slide

En nu zelf
  1. Schrijf op wat deze les nieuw voor je was.
  2. Bekijk in groepjes van drie de toetsen die je hebt meegenomen. Wat voor soort vragen staan er in de toets, wat wordt er voornamelijk teruggevraagd?
  3. Maak vanuit jouw vak 4 verschillende vragen over hetzelfde onderwerp
  4. Wat neem je mee bij het maken van een volgende toets?
  5. Wat voor soort vragen/opdrachten waren bovenstaande vragen?

 

Slide 8 - Slide