This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Lezen & Uitwisselen
Goedemorgen allemaal!
Slide 1 - Slide
Vrijdag 15 maart 2024
jhjj
08.30 - 09.10 uur
09.10 - 10.10 uur
Inloop & lezen
Rekenen
10.10- 10.30
P A U Z E
10.30- 11.20 uur
Woordenschat (Dag 5)
11.20- 12.10 uur
DISK & Kahoot
12.10- 12.40 uur
P A U Z E
12.40- 13.30 uur
Jeugd Journaal
13.30- 14.20 uur
Luisteren
Slide 2 - Slide
Lezen & Verzamelen
Je leest voor 15 minuten
Tijdens het lezen zoek je naar drie types van woorden en schrijft er 5 van elk typ op
Wij verzamelen alle woorden samen aan het bord
timer
15:00
Slide 3 - Slide
Lezen & Verzamelen
werkwoorden
Wat doet iemand?
bijvoeglijk naamwoorden
Wie is iets of iemand?
voegwoorden
Hoe werden twee
zinnen verbonden?
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
11
112
27
238
55
581
99
109
97 301
17
1001
Slide 6 - Slide
Nog een paar tips...
11
112
27
238
55
581
99
109
97 301
17
1001
Slide 7 - Slide
Zelfstandig rekenen
Reken verder op tot aan het eind va het hoofdstuk.
Heb je hulp nodig? Vragen!
Om 9:55 beginnen wij met het vergelijken. Controleer zelf of jouw antwoorden goed zijn.
optelsom
keersom
Slide 8 - Slide
Bonusvragen!
Wat is een keersom?
Wat is een optelsom?
Wat is een grote verschil tussen optellen en vermenigvuldigen en aftrekken en delen?
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
bepaald/ bepalen
een bepaalde zaak is precies vastgesteld en is anders dan andere zaken
bepaald niet …; niet bepaald …
niet erg …; niet bijzonder …
Zin: Dit museum is op een bepaalde dag in de week gesloten, maar ik weet niet welke dag.
Zin: Laten we de verwarming hoger zetten, want het is bepaald niet warm in huis.
Slide 11 - Slide
raken
ermee te maken krijgen/betrokken worden bij een situatie
ergens emotioneel van worden
iemand treffen: Ik heb hem niet expres met de bal geraakt.
ww: het raakt mij, het raakte mij, het heeft mij geraakt
Zin: Als er een ruzie in de klas is raakt mij dat ook, want dan vind ik het niet fijn in de klas.
Zin: Ik werd geraakt door zijn zielige verhaal.
Slide 12 - Slide
ontzettend
heel erg
heel veel
heel groot
Zin: Jullie hebben ontzettend goed je best gedaan tijdens de les.
Zin: Ik heb ontzettend leuke klasgenoten dit jaar.
Slide 13 - Slide
pas
nog maar net
kort geleden/nog niet lang
Zin: Het is nog maar pas dat hij hier op school zat.
Zin: Pas geleden gingen wij nog weleens naar de bioscoop, maar nu niet meer.
Slide 14 - Slide
vertrouwd
iets wat bekend is
iets waaraan (wat)/aan wie je gewend bent
het is vertrouwd, het was vertrouwd, het is vertrouwd geworden
Zin Deze omgeving is mij vertrouwd, want daar woon ik.
Zin: De leerlingen zijn nu wel vertrouwd met hun nieuwe klasgenoten, want ze durven nu wel samen te werken.
Slide 15 - Slide
Waar lees je de betekenis van: vertrouwd
A
Ik ben nog maar een paar keer in Den Helder geweest. Ik weet niet waar alles is.
B
Ik ben nog nooit in Den Helder geweest. Ik weet niets.
C
Ik weet alles te vinden in Den Helder. Ik woon hier al heel lang.
Slide 16 - Quiz
Ik zoek een bepaalde persoon. Wie is het? Deze persoon werkt op de Schakel. Het is een vrouw. Ze heeft kort haar. Ze heeft een bril. Zij is ouder dan 50 jaar.
A
mevrouw Marieke
B
mevrouw Yvonne
C
mevrouw Vera
D
meneer Jelle
Slide 17 - Quiz
Door welke film of serie ben jij wel eens geraakt? Bij welke film of serie heb je emotie gevoeld?
Slide 18 - Open question
Wat vind jij ontzettend leuk om te doen met je vrienden?
Slide 19 - Open question
Zet deze bepalingen van tijd in de juiste volgorde. Van pas geleden naar nu.
1
2
3
4
Vorige week
Vorige maand
Vandaag
Gisteren
Slide 20 - Drag question
1. Schrijf (minimaal) een zin met een van de nieuwe woorden op het bordje.
2. Laat jouw zin aan jouw buurman of buurvrouw zin. Kontroleer: Is het nieuwe woord goed gebruikt? Is het werkwoord goed vervoegt? Zijn punten een hoofdletters goed?
raken
vertrouwd zijn
pas
bepaald
ontzettend
Slide 21 - Slide
Disk
Werken aan bronnen en bouwstenen Disk VRIJE TIJD
Ben je klaar met de opdrachten, vraag dan om de toets.