4.1 Fictie

4.1 Fictie
In deze paragraaf leren we verschillende argumenten kennen en gebruiken
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4.1 Fictie
In deze paragraaf leren we verschillende argumenten kennen en gebruiken

Slide 1 - Slide

Mening over een boek
- realistische argumenten 
-emotieve argumenten
- morele argumenten

Slide 2 - Slide

Even iets heel anders:
waar zijn we gebleven in het leesboek?
Wat weten we nog?

Slide 3 - Mind map

UITLEG
Geloofwaardigheid: realistisch argument
'meeleefbaarheid': emotief argument
Overtuigingen en ideeën: moreel argument

Slide 4 - Slide

1. Realistisch argument

Is het verhaal geloofwaardig, komen de personages levensecht over, zijn de gebeurtenissen voorstelbaar? 

Slide 5 - Slide

2. Emotief argument

Grijpt het verhaal je aan, leef je mee met de personages?

Slide 6 - Slide

3. Moreel argument

Ben je het eens met de ideeën van het boek?

Slide 7 - Slide

Welk argument is dit:
Ik vond de hoofdpersoon niet geloofwaardig, hij was namelijk alleen maar heldhaftig en had geen enkele andere eigenschap.
A
moreel
B
emotief
C
realistisch
D
geen idee

Slide 8 - Quiz

Welk argument is dit:
De hoofdpersoon vindt het blijkbaar normaal om anderen uit te schelden, en daarom vond ik het vervelend om over dit personage te lezen.
A
moreel
B
emotief
C
realistisch
D
geen idee

Slide 9 - Quiz

Aan de slag!
Maken: 
4.1 Fictie 
opdracht 1 t/m 5
timer
1:00
Succes!
Klaar? 
Lees de samenvatting 
van  Vals Spel

Slide 10 - Slide