Op een dag verkeerden zeelieden in gevaar. In tranen spraken
ze dit gebed uit: ‘Nicolaas, dienaar Gods, als het waar is wat we
over u hebben gehoord, laat ons dat dan nu ervaren!’ Meteen verscheen er een man die op hem leek. ‘Kijk, hier ben ik!’ sprak hij.‘Jullie hebben me toch geroepen?’ Daarop begon hij hen te helpen in de ra’s en met de schoten en de rest van het takelwerk, en
onmiddellijk luwde de storm. Uiteindelijk bereikten ze Nicolaas’
kerk en daar herkenden ze hem, terwijl ze hem nooit eerder had-
den gezien en niemand hem had aangewezen. Ze dankten God
en hem voor hun redding, maar hij maakte hun duidelijk dat ze
hun redding niet moesten toeschrijven aan zijn verdiensten maar
aan Gods erbarmen en hun geloof.