Voorbereiding Toetsweek 2

1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesvolgorde
Alle informatie voor de toetsweek 
Oefenen voor de toetsweek

Slide 2 - Slide

Blad brugklastheorie
Alle definities kennen/alle informatie uit je hoofd leren.

Slide 3 - Slide

Leerjaar 2
Tekstverbanden met signaalwoorden
Verbindingsmanieren

Slide 4 - Slide

Noteer de uitspraak en de tegenstelling
Ik ben dol op vakantie, maar soms verveel ik me wel een beetje.

Slide 5 - Slide

Noteer de uitspraak en de tegenstelling
Ik ben dol op vakantie, maar soms verveel ik me wel een beetje.
Gebruik een tussenstreepje.
Ik ben dol op vakantie - soms verveel ik me wel een beetje

Slide 6 - Slide

Formuleren of citeren
Formuleer of citeer de kernzin. Wat is het verschil?

Slide 7 - Slide

Is het wel echt een signaalwoord?
Wat wil je drinken? Doe mij maar een beetje sap.
Was jij ook op tijd in de les?

Slide 8 - Slide

Leg uit op welke manier alinea 1 en 2 met elkaar verbonden zijn.
Noem 1 van de 4 verbindingsmanieren en het woord/woorden of de aankondigende zin waarmee je je keuze uitlegt.
signaalwoord/verwijswoord/aankondigende zin/herhaalde woorden.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Noem drie verwijswoorden

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Bij welk verband horen deze signaalwoorden: zo, zoals, als
A
uitspraak-voorbeeld
B
uitspraak-tegenstelling
C
uitspraak-opsomming
D
middel-doel

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Bij welk verband horen deze signaalwoorden: maar, echter, desondanks
A
uitspraak-voorbeeld
B
uitspraak-tegenstelling
C
uitspraak-opsomming
D
uitspraak-middel

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Bij welk verband horen deze signaalwoorden: en, ook, eveneens.
A
uitspraak-voorbeeld
B
uitspraak-tegenstelling
C
uitspraak-opsomming
D
middel-doel

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Dit is waar over de slotalinea
A
Het slot bevat altijd een advies.
B
Het slot bevat soms een samenvatting.
C
Het slot kan nooit een conclusie bevatten.
D
Het slot bevat nieuwe informatie.

Slide 22 - Quiz

Online oefenen
Blok 4 zelftoets onderdeel lezen
Je kunt ook met de voorgaande zelftoetsen oefenen (blok 1, 2, 3).
Leg altijd je antwoord goed uit en gebruik geen verwijswoorden als je naar de tekst verwijst. Verkeerd voorbeeld hoofdgedachte: De diertjes leven in holen onder de grond samen met elkaar.

Slide 23 - Slide

Pauze
- alleen naar de wc boven
- niet eten in het lokaal
- telefoon zonder geluid

Slide 24 - Slide

Oefenen met opdrachten
Opdracht 7 blz. 144 en opdracht 8 blz 145.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Kahoot!
Denk aan je opdracht voor fabels en legenden.

Slide 27 - Slide