MH2S Tekstverbanden, signaal- en verwijswoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 2,3

Begrijpend lezen 

tekstverbanden, signaal- en verwijswoorden

DOEL

Je kunt met behulp van signaalwoorden de tekstverbanden

opsomming,  tegenstelling, voorbeeld in een tekst herkennen en begrijpen.

Je begrijpt wat verwijswoorden zijn en waar ze naar verwijzen.

Kies het goede antwoord.

Tekstverbanden...

1. ...geven alinea's aan
2. ...geven het doel van een tekst aan
3. ...geven aan hoe alinea's en zinnen met elkaar te maken hebben
4. ...geven aan wat voor soort tekst het is

Verband: tegenstelling

Signaalwoorden: maar, daarentegen, echter, toch, integendeel

De weerman vertelde dat het vandaag mooi weer zou worden, maar het regende heel erg hard.

Welk signaalwoord geeft een tegenstelling aan?

De vakantie duurde twee weken. Toch vond ik dat te kort.

Verband: voorbeeld

Signaalwoorden: bijvoorbeeld, een voorbeeld (hier)van is, zo, zoals, ter illustratie

In de natuur komen verschillende slangen voor, zoals adders en ratelslangen.

Welk signaalwoord geeft een voorbeeld aan?

Tijdens gym doen we verschillende sporten. Zo voetballen we soms, maar moeten we ook hardlopen en turnen.

Ik ga graag op vakantie naar warme landen, zoals Brazilië.

1. Tekstverband = tegenstelling
2. Tekstverband = voorbeeld
3. Tekstverband = opsomming

Veel meiden willen naar het optreden van Ariana Grande, maar er zijn maar een beperkt aantal kaarten te koop.

1. Tekstverband = tegenstelling
2. Tekstverband = voorbeeld
3. Tekstverband = opsomming

Verband: opsomming

Signaalwoorden: allereerst, ten eerste, ten tweede, ook, bovendien, daarnaast, verder, vervolgens, tot slot

Max is dol op sporten. Hij kan goed wielrennen, maar hij is ook een prima zwemmer. Bovendien loopt hij regelmatig hard.

Voor het maken van cupcakes heb je nodig: boter, meel, suiker, eieren en melk.

1. Tekstverband = tegenstelling
2. Tekstverband = voorbeeld
3. Tekstverband = opsomming

'Denk aan' is een signaalwoord voor

1. een voorbeeld
2. een tegenstelling
3. een opsomming

'Ook' is een signaalwoord voor

1. een voorbeeld
2. een tegenstelling
3. een opsomming

DEZE, DIE, DIT, DAT, HIJ, ZIJ, HET, ZE, HEM, HAAR, HEN

Dit zijn enkele verwijswoorden.

Je gebruikt deze verwijswoorden om te verwijzen naar iemand die of iets wat 

eerder genoemd is.

Vanessa komt uit Ghana, dat is een mooi land.
Wat is hier het verwijswoord?

1. uit
2. Ghana
3. land
4. dat

Vanessa komt uit Ghana, dat is een mooi land.
Waar verwijst 'dat' naar?

1. Vanessa
2. Ghana
3. Nederland
4. komt

Welke verwijswoorden horen in deze zin? 

Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.

‘Wil je ________ naar de glasbak brengen?’, vraagt Ryan,

terwijl ________ de lege flessen aan Luuk geeft.

deze

dit

dat

hij

zij

het

ze

Welke verwijswoorden horen in deze zin? 

Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.

Onno krijgt een vreemd mailtje binnen.

_________ denkt dat  ________ spam is.

deze

die

hij

zij

het

ze

Artikel lezen

Je gaat nu steeds een stukje uit een artikel lezen en daarna een vraag erover beantwoorden.

Bron: NOS Stories

Waar verwijst 'de twee' naar?

1. de Amerikaanse filmsterren
2. Depp en Heard

Bron: NOS Stories

Waar verwijst 'Deze zaak' naar?

1. De rechtszaak van Depp en Heard
2. De rechtszaak van Jolie en Pitt

Bron: NOS Stories

Welk verband geeft 'Zo' aan in "Zo is de hashtag"?

1. Opsomming
2. Voorbeeld

Bron: NOS stories

Waar verwijst 'dat' naar in 'En dat zorgt er dus uiteindelijk voor'?

1. De beelden die influencers verspreiden
2. De nieuwsberichten die de media verspreiden
3. Allebei

Bron: NOS Stories

Welk verband geeft 'Maar' aan in "Maar wel dat.."?

1. Tegenstelling
2. Voorbeeld

GELEERD?

Je kunt met behulp van signaalwoorden de tekstverbanden

opsomming,  tegenstelling, voorbeeld in een tekst herkennen en begrijpen.

Je begrijpt wat verwijswoorden zijn en waar ze naar verwijzen.

v