What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Uitdrukkingen les 3
Uitdrukkingen les 3
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Lager onderwijs
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Uitdrukkingen les 3
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Het winkeltje loopt niet geweldig.
Zoek 2 juiste antwoorden.
A
Het winkeltje heeft weinig inkomsten.
B
Het winkeltje heeft veel inkomsten.
C
Er komen weinig bezoekers.
D
Er komen veel bezoekers.
Slide 3 - Quiz
Hij bakte er niets van.
A
Het brood was verbrand.
B
Alles lukt prima!
C
Zijn taartjes zijn mislukt.
D
Het lukt helemaal niet.
Slide 4 - Quiz
Zij heeft vlinders in haar buik.
A
Ze is verliefd.
B
Ze heeft vlinders opgegeten die nu in haar buik zitten.
C
Ze gaat vliegen als een vlinder.
D
Ze mag geen snoep eten.
Slide 5 - Quiz
Hij voert iets in zijn schild.
A
Hij geeft eten aan zijn hamster.
B
Hij heeft een plannetje bedacht.
C
Hij verdedigt zich met een schild.
D
Hij maakt zijn huiswerk niet.
Slide 6 - Quiz
Ze is niet goed bij haar hoofd.
A
Ze heeft geen mooi hoofd.
B
Ze doet gekke dingen.
C
Ze heeft vaak hoofdpijn.
D
Haar hoofd is heel slecht.
Slide 7 - Quiz
De man zet de kroon op zijn werk.
A
Hij maakt iets prachtig.
B
Hij zet een kroon op.
C
Hij werkt heel traag.
D
Hij is nu koning.
Slide 8 - Quiz
De jongen zit tot over zijn oren in het werk.
A
Hij heeft oorpijn.
B
Zijn oren zijn eraf gevallen omdat hij veel moest werken.
C
Hij heeft heel veel werk.
D
Hij heeft helemaal geen werk.
Slide 9 - Quiz
Ik hield mijn hart vast toen ze van de trap viel.
A
Ik legde mijn hand op mijn hart terwijl ik het vasthield.
B
Ik kreeg een hartaanval toen hij viel.
C
Ik pakte iemand hard vast.
D
Ik was bezorgd toen hij viel.
Slide 10 - Quiz
Goed begonnen is half gewonnen.
A
Doe wat sneller voort!
B
Wij gaan winnen!
C
Door goed te starten, zal het werk vlotter gaan.
D
Begin niet te snel met werken!
Slide 11 - Quiz
Die wedstrijd is van de baan.
A
Die wedstrijd gaat niet door.
B
De wedstrijd gaat door op de stoep.
C
De wedstrijd gaat door op de weg.
Slide 12 - Quiz
Ik kan zwijgen als het graf.
A
Ik ben dood.
B
Ik ben stil gestorven.
C
Ik ga niets verklappen.
D
Ik ben stil bij een graf.
Slide 13 - Quiz
Meester Kris is snel op zijn tenen getrapt.
A
Meester Kris heeft pijn aan zijn tenen.
B
Meester Kris wordt snel boos.
C
Meester Kris loopt snel.
D
Meester Kris kan snel fietsen.
Slide 14 - Quiz
Hij snapt er geen bal van.
A
Hij kan niet voetballen.
B
Hij loopt met een bal.
C
Hij eet niet graag gehaktballen.
D
Hij begrijpt het niet.
Slide 15 - Quiz
De dief hield zijn been stijf tijdens de ondervraging.
A
Hij gaf niets toe tijdens de ondervraging.
B
Hij hield zijn benen boven tafel.
C
De dief ging lopen tijdens de ondervraging.
Slide 16 - Quiz
More lessons like this
Uitdrukkingen les 3
June 2024
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Lager onderwijs
T6L5: Het neusje van de zalm
February 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Bouwstenen literatuur 2A
November 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Maria (L6)
May 2020
- Lesson with
20 slides
Lager onderwijs
Les 8 Er is al voor je betaald
November 2020
- Lesson with
18 slides
Godsdienst
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Module 1 les 4 Beeldende kunst
April 2024
- Lesson with
40 slides
kunst
Secondary Education
Herhaling trimester 2
March 2019
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Poëzie
January 2023
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs