Sportblessures en hun behandeling

Sportblessures en hun behandeling

Aan het einde van de les kun je...

• uitleggen hoe spierpijn en spierscheuringen ontstaan en hoe deze behandeld worden.
• verschillende soorten botbreuken herkennen en beschrijven hoe deze genezen.
• de structuur van het kniegewricht benoemen en uitleggen wat een meniscus is en hoe meniscusletsel behandeld kan worden.
• het verschil tussen een kneuzing, verzwikking en ontwrichting uitleggen en hoe deze blessures behandeld worden.

Wat weet je al over sportblessures en hun behandeling?

Spierpijn en spierscheuringen: oorzaken en behandeling

• Spierpijn ontstaat vaak na ongewone inspanning of afkoeling.
• Spierscheuringen kunnen ontstaan door te sterke inspanning of plotselinge bewegingen.
• Behandeling van spierpijn en spierscheuringen.

Botbreuken: oorzaken, herkenning en genezingsproces

• Oorzaken van botbreuken bij sporten.
• Herkenning van verschillende soorten botbreuken.
• Het genezingsproces van botbreuken.

Knieblessures: structuur, meniscusletsel en behandeling

• Structuur van het kniegewricht en de rol van de meniscus.
• Hoe ontstaat meniscusletsel en hoe kan het behandeld worden.

Kneuzingen, verzwikkingen en ontwrichtingen: verschillen en behandelmethoden

• Verschil tussen kneuzingen, verzwikkingen en ontwrichtingen.
• Behandelmethoden voor deze blessures.

Definities

• Spierpijn: pijn in de spieren die ontstaat door ongewone inspanning of afkoeling.
• Spierscheuring: een scheur in de spier door een te sterke inspanning of een plotselinge beweging, ook wel zweepslag genoemd.
• Botbreuk: een breuk in een bot, vaak veroorzaakt door valpartijen of ruw spel bij sporten.
• Meniscus: een schijfje kraakbeen in het kniegewricht dat kan scheuren als het lichaam draait terwijl het onderbeen stilstaat.
• Kneuzing: een beschadiging van weefsel zonder dat er iets is gescheurd of gebroken, vaak door een stoot of trap.
• Verzwikking: een kneuzing van een gewricht waarbij het gewrichtskapsel en de kapselbanden te ver uitrekken.
• Ontwrichting: een blessure waarbij de gewrichtskogel uit de gewrichtskom schiet, bijvoorbeeld na een val.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.