P2 week 1 les 1 en 2

T V 2 B
23 oktober
Welkom!

1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

T V 2 B
23 oktober
Welkom!

Slide 1 - Slide

Programma P2 (tot aan kerst)

  • Fabels lezen en schrijven
  • Theorie leesvaardigheid (Theorie Hst. 1.3, 2.3 en 3.3 uit Talent en deze toepassen op allerlei teksten
  • Thema: onderwijs

Slide 2 - Slide

Leerdoel deze week
  • Je weet wat een fabel is en hebt er een paar gelezen
  • Je kent de ontwikkeling van de Nederlandse taal (Oud-, Middel- en Modern Nederlands)




Vandaag krijg je je reader: neem deze iedere les mee!

     

    Slide 3 - Slide

    Startopdracht

    Slide 4 - Slide

    Lessenreeks Fabels door de eeuwen heen

    Slide 5 - Slide

    Nederlands is onderdeel van Indo-Europese talen

    Slide 6 - Slide

    Oud- Middel- en Modern Nederlands

    Slide 7 - Slide

    Oudst bekende Nederlandse liefdesversje (plm. 1100) 
    Hebban olla vogala nestas hagunnan
    hinase hic enda thu
    wat unbidan we nu
    • In die tijd werden verhalen mondeling vaak overgeleverd.
    • opgeschreven als pennenproef door Vlaamse monnik in Engels klooster
    • 'pennenproef': enkele woorden neergeschreven om een nieuwe ganzenveer uit te proberen.

    Slide 8 - Slide

    Slide 9 - Video

    Ontwikkeling van het Nederlands 
    1. Oudnederlands: 800-1150. Naast 'Hebban olla vogala' weinig andere teksten. Ouder zijn het Oudengelse Beowulf (675-860) en het Franse Chanson de Roland (1100). Veel Latijn!
    2. Middelnederlands 1200 - 1500: verzamelterm; dialecten en geen standaardtaal
    3. Verschillen: Bv: rig=rug; solen= sullen= selen

    Slide 10 - Slide

    Fabel: Van de vos Reynaerde

    Slide 11 - Slide

    Slide 12 - Video

    Spelling Middelnederlands 

    Slide 13 - Slide

    Spelling Middelnederlands 

    Slide 14 - Slide

    Spelling (2)
    • Woorden die samen uitgesproken werden, schreef je aan elkaar
    • "willic" => wil ik; "dats" => dat is; "sidi" of "side" => zijt gij
    • Dit verschijnsel noem je 'enclisis'.
    • Samen lezen: pag. 8, eerste alinea van tekst Ferguut

    Slide 15 - Slide

    Zelfstandig werken (noteer huiswerk in Plenda)
    1. Lezen pagina's 1 t/m 8 van de reader Fabels door de eeuwen heen
    2. Opdracht 1, 2 en 3 maken in je schrift
    3. Reader meenemen (elke les)

    Slide 16 - Slide

    T V 2 B
    24 oktober
    Welkom

    Slide 17 - Slide

    Startopdracht:
    Wat is een enclisis? (herhaal de vraag in je antwoord)
    Geef ook een voorbeeld.

    Slide 18 - Slide

    Leerdoel deze week
    • Je weet wat een fabel is en hebt er een paar gelezen
    • Je kent de ontwikkeling van de Nederlandse taal (Oud-, Middel- en Modern Nederlands)






       

      Slide 19 - Slide

      Huiswerk
      Opdracht 1, 2 en 3 maken van Opdrachtenboekje Fabels door de eeuwen heen (dit heb je uitgedeeld gekregen en staat ook bij Teams/Lesmateriaal)
      Bestudeer pagina's 1 t/m 8.
      Boekje meenemen (elke les)

      Slide 20 - Slide

      Esopet
      1. Fabels in een bundel (14e eeuw)
      2. Al  eerder in ongeveer 1270 geschreven door onbekende auteur in Middelnederlands
      3. Fabels kwamen al in Egyptische en Oudindische literatuur voor. Lang is gedacht dat slaaf Aesopus op Samos de schrijver was van veel fabels (550 v.C.)
      4. Nu twijfel of Aesopus überhaupt geleefd heeft.


      Slide 21 - Slide

      Slide 22 - Link

      Fabels door de eeuwen heen

      Slide 23 - Slide

      Joost van den Vondel
      1. Leefde in 16e/17e eeuw: Renaissance in alle kunstvormen (wedergeboorte van Klassieke Oudheid)
      2. beroemde schrijver van toneelstukken (Gysbrecht van Aemstel) en fabels (De wolf en het onschuldige lammetje), dichter en vertaler van fabels
      3. Taal: Modern Nederlands


      Slide 24 - Slide

      Opdracht 4, 5 en 6 bekijken
      TOT HIER

      Slide 25 - Slide

      Zelfstandig werken (noteer in Plenda)
      • Pag. 9 t/m 17 tekstblokken lezen en opdrachten 4 t/m 6 maken  (ook de luisteropdracht op pag. 13)
      • Morgen meenemen

      Slide 26 - Slide