bouwstoffen: helpen met opbouwen van cellen. Zorgen voor groei en herstel in het lichaam.
brandstoffen: zorgen voor energie voor beweging etc. (energie komt vrij bij verbranding in de lichaamscellen)
reservestoffen: zijn stoffen die opgeslagen worden en later gebruikt worden (meestal als brandstof)
beschermstoffen: beschermen het lichaam tegen ziektes.