Skideutsch Lektion 2

Skideutsch Lektion 2
1 / 27
next
Slide 1: Slide
DuitsBeroepsopleiding

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Skideutsch Lektion 2

Slide 1 - Slide

Programm
Heute reden wir über:
- die Skiausrüstung
- wie man die Ski trägt
- wie man die Ski anschnallt
- wie man die Stöcke festhaltet
- Sprachtechnik 'Imperativ'

Slide 2 - Slide

Ziele
Na deze les:
- kun je Duitse woorden omtrent skiuitrusting noemen.
- kun je in het Duits uitleggen hoe je de ski's draagt.
- kun je in het Duits uitleggen hoe je de ski's aan doet.
- kun je in het Duits uitleggen hoe je stokken vasthoudt.
- weet je wat een gebiedende wijs is.
- kun je a.d.h.v. een gebiedende wijs een opdracht geven. 

Slide 3 - Slide

Aufgabe
Jullie hebben een A3 vel voor jullie.
Schrijf zoveel mogelijk Duitse woorden op die te maken hebben met skiën en de piste.
De woorden die je niet weet mag je ook vertalen via een vertaalapp.
www.mijnwoordenboek.nl 

Slide 4 - Slide

Wir fokusieren uns...
auf der Skiausrüstung.
Was braucht man?


Slide 5 - Slide

Die Ski auf richtige Weise tragen.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Video

Die Ski anschnallen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Slide 11 - Video

Gebiedende wijs
Opdracht/ bevel.
3 vormen:
Enkelvoud= stam= Fall nicht!
Meervoud= stam + (e)t= Fallt nicht!
Beleefdheidsvorm= stam+ en+ Sie= Fallen Sie nicht!

Slide 12 - Slide

Gebiedende wijs van 'kommen'

Slide 13 - Open question

Gebiedende wijs van 'fahren'.

Slide 14 - Open question

Gebiedende wijs van 'liegen'

Slide 15 - Open question

Je hebt ook scheidbare werkwoorden.
Denk in het Nederlands bijvoorbeeld aan:
aantrekken
omdoen
uitdoen
vasthouden

In dat geval plaats je het eerste gedeelte van het werkwoord naar achteren:
trek aan
doe om
houd vast  

Slide 16 - Slide

Gebiedende wijs van 'anziehen'.

Slide 17 - Open question

Gebiedende wijs van 'aufstehen'.

Slide 18 - Open question

Aufgabe
Maak nu in tweetallen een uitleg over hoe je de stokken vasthoudt.
Bedenk je eerst welke woorden je allemaal nodig hebt:
Welke dingwoorden en werkwoorden.
Maak daarna van de werkwoorden een gebiedende wijs-vorm.
Vorm daarna korte zinnen. 

Slide 19 - Slide

Skischoen
A
Gummistiefel
B
Handschuh
C
Pumps mit Blokabsatz
D
Skischuh

Slide 20 - Quiz

Skistokken
A
Span
B
Stange
C
Stöcke
D
Zweige

Slide 21 - Quiz

Lussen van de skistokken
A
Schlaufe
B
Schleife
C
Seil
D
Gurt

Slide 22 - Quiz

Binding
A
Backen
B
Beziehung
C
Bindung
D
Verbindung

Slide 23 - Quiz

Gebiedende wijs van 'öffnen'.

Slide 24 - Open question

Gebiedende wijs van 'steigen'.

Slide 25 - Open question

Gebiedende wijs van 'umtreten'.

Slide 26 - Open question

Bis nächste Woche!

Slide 27 - Slide