5H Eerste les introductie Chemie in cellen

1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


Startopdracht
  1. Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes
  2. Ga zitten op je stoel
  3. Oortjes doe je uit
  4. Je jas hang je over je stoel
  5. Pak je boek + pen
  6. Stop met praten als de les begint

timer
5:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welkom
  • Voorstellen
  • Uitleg werkwijze
  • Verwachtingen
  • LessonUp
  • Aan de slag!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

  Even voorstellen....
Diane Kuin

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wie ben jij? 
Wat is jouw naam?

Vertel iets over jezelf. 
Wat zijn je hobby's?
Waar ben je goed in? 
Wat vind je leuk?
Hoe is jouw gezin samengesteld? 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Mijn regels
  • Je komt rustig binnen en gaat zitten
  • Je jas en oortjes doe je uit, capuchon / pet doe je af, je telefoon is weg
  • Je pakt je boek en je pen (Je hebt altijd je spullen bij je)
  • Je eet en drink niet in de klas (flesje water mag wel)
  • Je praat niet door mij of anderen heen
  • Je doet actief met de les mee
  • Je gaat onder de les niet naar de toilet
  • Laat het mij weten als er een probleem is (maar graag niet door de les heen)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Welk materiaal heb je mee?
  • Boek BvJ
  • Chromebook 
  • Schrift voor (extra) opdrachten en aantekeningen
  • BINAS
  • Pen, potlood, gum, liniaal, puntenslijper

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Studiewijzer

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Inloggen LessonUp 5H
  • Chromebook
  • LessonUp.app
  • Code invoeren: sihuz
  • Registreren (of inloggen) 
  • Inloggen met schoolemail + wachtwoord 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Thema's in 5H
  • Stofwisseling in de cel
  • DNA
  • Vertering
  • Transport
  • Gaswisseling en uitscheiding
  • Afweer 
Tentamens in 5H (TTW1, 2 en 3)
SE 4:
Thema 8 Stofwisseling in de cel
Thema 9 DNA
Thema 3 Genetica uit H4 

SE 5 --> Thema 10, 11 (H5) + thema 7 Ecologie (4H)

SE 6 --> Thema 12, 13 (H5) + thema 4 Evolutie (H4)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Stofwisseling in de cel
8.1 Chemie in cellen
8.2 Enzymen
8.3 Fotosynthese
8.4 Voortgezette assimilatie
8.5 Dissimilatie
8.6 Intensiteit van de  stofwisseling

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kunt omschrijven stofwisseling, assimilatie en dissimilatie zijn.
  • Je kunt omschrijven wat er bij deze reacties met de energie in een cel gebeurt.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je nog
over stofwisseling?

Slide 13 - Mind map

Wat is stofwisseling?
Stoffen omzetten in andere stoffen --> het geheel van chemische omzettingsprocessen in een organisme
Wat is geen voorbeeld van stofwisseling?
A
omzetting van H2O en CO2 naar glucose en O2
B
Omzetting van glucose naar glycogeen
C
omzetting van glucose naar CO2 en C2H5OH
D
Dit zijn allemaal voorbeelden van stofwisseling

Slide 14 - Quiz

De bekendste vorm van alcohol is ethanol (C2H5OH). Dat is de alcohol die in de meeste alcoholische dranken voorkomt, zoals wijn en bier, maar ook wordt gebruikt als brandstof (zoals bio-ethanol).
Is dit een molecuul of een atoom?
C6H12O6
A
Atoom
B
Molecuul

Slide 15 - Quiz

De bekendste vorm van alcohol is ethanol (C2H5OH). Dat is de alcohol die in de meeste alcoholische dranken voorkomt, zoals wijn en bier, maar ook wordt gebruikt als brandstof (zoals bio-ethanol).

Atoom
Een atoom is de kleinste deeleenheid van een element die nog de chemische eigenschappen van dat element bezit. Atomen bestaan uit een kern van protonen en neutronen, met elektronen die in banen rond de kern draaien.
Voorbeelden van atomen:
Waterstof (H): Het kleinste en lichtste atoom, veel voorkomend in het universum.
Koolstof (C): Een veelzijdig atoom dat de basis vormt voor alle organische stoffen.

Molecuul
Een molecuul is een groep van twee of meer atomen die chemisch aan elkaar gebonden zijn. Moleculen kunnen bestaan uit atomen van hetzelfde element of uit verschillende elementen.
Voorbeelden van moleculen:
Water (H₂O): Bestaat uit twee waterstofatomen en één zuurstofatoom, essentieel voor het leven.
Koolstofdioxide (CO₂): Bestaat uit één koolstofatoom en twee zuurstofatomen, belangrijk in de atmosfeer en bij fotosynthese. 

Element
Een element is een stof die bestaat uit slechts één soort atomen en niet verder kan worden opgesplitst in andere stoffen door chemische reacties. De elementen staan gerangschikt in het periodiek systeem der elementen.
Voorbeelden van elementen:
Zuurstof (O): Een gas dat essentieel is voor ademhaling.
Goud (Au): Een edelmetaal dat vaak wordt gebruikt in sieraden. 

Zelfstandig stil werken (Zs)

Dit is wat ik van jullie verwacht:
  • Eerst 10 minuten in stilte werken. Je blijft op je plaats. 
  • Niet overleggen of vragen, als je er niet uitkomt dan sla je de opdracht even over.
  • Na 10 minuten mag je zachtjes (fluisteren) overleggen met je directe buurman of buurvrouw. (Zf)
  • Steek je vinger op als ik naar je toe moet komen. (Zf)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Maken & lezen
- Lees de oriëntatie op bladzijde 8 en maak opdracht 1 t/m 5.
- Maak online de voorkennistoets. (Klassencode: 037366)
- Als je oortjes mee hebt, kan je ook het voorkennisfilmpje bekijken.

Klaar? Maak dan een woordenlijst van alle dikgedrukte begrippen van basisstof 8.1. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Antwoord vraag 5
Bereken hoeveel ton methaan koeien wereldwijd per jaar maximaal minder kunnen uitstoten. 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Beschrijf in je schrift de volgende begrippen 
Assimilatie
Dissimilatie​
Anorganische stoffen​
Organische stoffen​
Glucose​
ATP​
Autotroof​
Heterotroof​
Fotosynthese​






Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Bliksembeurten
Dit is wat ik van jullie verwacht:
  • Iedereen doet mee, bliksembeurten gelden voor iedereen
  • Ik stel een vraag --> iedereen is stil en denkt na
  • Je mag niet overleggen
  • Ik geef een leerling een beurt --> iedereen is stil en luistert
  • Dus --> vraag - pauze - naam

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Beschrijf de volgende begrippen voor jezelf
Assimilatie: de opbouw van grote moleculen vanuit kleine moleculen (kost energie)
Dissimilatie: de afbraak van grote moleculen naar kleine moleculen: energie komt vrij​
Anorganische stoffen: kleine moleculen, eenvoudig, weinig chemische energie​
Organische stoffen: grote complexe moleculen, veel chemische energie​
Glucose: bouwstof en energiebron. ​
ATP: adeninetrifosfaat. Stof, waarvan elk molecuul drie fosfaatgroepen bevat. Loskoppeling van de 3de fosfaatgroep komt levert vrije energie voor allerlei processen in de cel.
Autotroof: organisme die in staat is zelf energie te vormen uit anorganische moleculen​
Heterotroof: organisme dat andere organismen nodig heeft om energie te maken.​
Fotosynthese: het proces van planten en sommige bacteriën waarbij uit CO2, water en zonlicht, energie in de vorm van organische verbindingen (zoals glucose) wordt gemaakt.






Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Lezen 8.1
Maken: een begrippenlijst 
van de dikgedrukte woorden 
en opdracht 1 t/m 10

Begrippenlijsten: 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

De laatste 5 minuten van de les 
Dit is wat ik van jullie verwacht:
  • Iedereen is stil en kijkt mijn kant op.
  • Iedereen zit recht op zijn stoel en focust zich. 
  • Je pakt je spullen nog NIET in. 
  • Als ik een vraag stel, denkt iedereen mee over het antwoord. 
  • Als ik een opdracht geef, dan maak je deze in stilte. (Zs)

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kunt omschrijven stofwisseling, assimilatie en dissimilatie zijn.
  • Je kunt omschrijven wat er bij deze reacties met de energie in een cel gebeurt.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions