This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
In Nederland moeten werkplekken gezond en veilig zijn. In de .................. staat precies hoe werkgevers moeten zorgen voor gezonde werkplekken.
Welk woord is weggelaten? (1p)
A
Werkloosheidswet
B
Grondwet
C
Gezondheidswet
D
Arbowet
Slide 5 - Quiz
Wat zijn arbeidsomstandigheden?
A
De regels over hoeveel loon je krijgt.
B
Het type contract dat je krijgt van je werkgever.
C
De fysieke en mentale omstandigheden waaronder werknemers werken.
D
Het aantal vakantiedagen dat je hebt.
Slide 6 - Quiz
Wie is een werknemer?
A
Iemand die leidinggeeft aan een bedrijf.
B
Iemand die wetten opstelt voor de overheid.
C
Iemand die werkt voor een werkgever in ruil voor loon.
D
Iemand die belasting int voor de overheid.
Slide 7 - Quiz
Wat betekent CAO?
A
Collectieve ArbeidsOvereenkomst
B
Centrale Arbeidsorganisatie
C
Collectieve ArbeidsOptie
D
Centrale Administratie Overeenkomst
Slide 8 - Quiz
Welke arbeidssector zie je hier?
A
Primaire sector
B
Tertiaire sector
C
Secundaire sector
D
Quartaire sector
Slide 9 - Quiz
Welk beroep staat het laagst op de maatschappelijke ladder?
A
Vuilnisman
B
Toiletten schoonmaken bij de Bijenkorf
C
Arts
D
Docent
Slide 10 - Quiz
Bij sociale ongelijkheid is er verschil als je kijkt naar: (1p)
A
Kennis en talent
B
rijkdom en macht
C
persoonlijke eigenschappen
D
afkomst en talent
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Video
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Video
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Noem vier manieren hoe je aan werk kan komen.
Slide 35 - Open question
Noem de VIER groepen die een zwakke positie op de arbeidsmarkt hebben. (2p)
Slide 36 - Open question
Kies één van de vier groepen die een zwakke positie op de arbeidsmarkt hebben. Leg met een voorbeeld uit wat de overheid doet om de positie van die groep te verbeteren. (1p) DOE HET ZO.: Groep ........................... Dit doet de overheid om de positie van deze groep te verbeteren.