This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Hoofdstuk 2 Lesson 9
Slide 1 - Slide
For today
I:Writing and grammar
Recap
Slide 2 - Slide
I feel great today
😒🙁😐🙂😃
Slide 3 - Poll
Leerdoelen
I can use modal verbs. I can understand short, simple warnings directed at a listener. I can write a few simple sentences about myself and other people.
Slide 4 - Slide
I: Writing & Grammar
Grammar Modals (Hulpwerkwoorden)
Can could and should
Slide 5 - Slide
Can
Je gebruikt can (kunnen) om te praten over wat mensen, dieren en dingen kunnen (vaardigheden), en over toestemming
TIP! Je schrijft can + not als één woord: cannot.
I can ride a bicycle.
Can I go to the bathroom?
Slide 6 - Slide
Could
Je gebruikt could (zou kunnen) om te praten over:
– wat zou kunnen gebeuren
– wat mensen dieren en dingen in het verleden konden of mochten
She could cycle to school instead of taking the bus.
Could your first toy make any sounds?
Slide 7 - Slide
Should
Je gebruikt should om advies te geven.
You should brush your teeth every day.
You should wear your seatbelt.
Slide 8 - Slide
Can vs Could vs Should
Can - Je gebruikt can (kunnen) om te praten over wat mensen, dieren en dingen kunnen (vaardigheden), en over toestemming
Could - Je gebruikt could wat zou kunnen gebeuren
Should - Je gebruikt should om advies te geven.
Slide 9 - Slide
Modals
Slide 10 - Slide
Modals
Have to.
Is verplicht, dit moet je doen.
Should do,
Niet verplicht maar is verstandig om niet/wel te doen
Slide 11 - Slide
Exercise
I : Writing and grammar
Exercise 57 / 61
Page 112-115
Chapter 2 - Use grammar 4 in your book if you don't know something