This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
oefenen en herhalen
thema 5 zintuigen
Slide 1 - Slide
Waarom knijpt de vader van dit jongetje zijn neus dicht?
A
Omdat hij niet wil luisteren.
B
Als hij niet kan ruiken, proeft hij het minder.
C
Omdat hij anders zijn mond niet open doet.
D
Dan proeft hij niet dat het zout is.
Slide 2 - Quiz
Je neusholte is bedekt met ....
A
neusslijmvlies
B
smaakknopjes
Slide 3 - Quiz
Waar in de neus zitten (vooral) de reukzintuigcellen?
A
Achter, bovenin de neus
B
Voorin de neus, vlak bij de neusgaten
C
In de bijholten van de neus
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Slide
Wat is de huid?
A
orgaan
B
weefsel
C
orgaanstelsel
D
cel
Slide 6 - Quiz
Waar liggen je zintuigen in de huid?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Lederhuid
D
Onderhuids bindweefsel
Slide 7 - Quiz
Welk zintuig bevindt zich NIET in de huid?
A
Warmtezintuig
B
Tastzintuig
C
Pijnzintuig
D
Gezichtszintuig
Slide 8 - Quiz
waar liggen de drukzintuigen?
A
onder de opperhuid
B
diep in de lederhuid
Slide 9 - Quiz
Wat bedoelt met blijvende huidflora?
A
bacteriën die normaal op je huid zitten
B
bacteriën die leven van afvalstoffen en huidschilfers uit zweet
C
kleine plantjes op je huid
D
Bacteriën die normaal niet op je huid zitten
Slide 10 - Quiz
Hoeveel lagen van de huid zijn er?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 11 - Quiz
Welk onderdeel van de huid maakt een stof die huid en haren soepel houdt?
A
kiemlaag
B
zweetklier
C
huidcellen
D
talgklier
Slide 12 - Quiz
Eerstegraads:
Rood/roze, niet beschadigt
Tweedegraads:
beschadigt tot lederhuid, blaren, opperhuid los
Derdegraads:
Hele lederhuid beschadigt, wit/zwart/droog, geen pijn
Slide 13 - Slide
Geluid
Licht
Geurstoffen
Smaakstoffen
Aanraking
Oor
Huid
Tong
Neus
Oog
Sleep de prikkel naar de juiste zintuigen.
Slide 14 - Drag question
De functies van je huid:
bescherming tegen vuil en ziekteverwerkers
je lichaam op temperatuur houden
beschermen tegen de zon
voelen met tastzintuigen
Slide 15 - Slide
Zintuigen zetten prikkels om in impulsen
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quiz
welke smaken ken je?
Slide 17 - Mind map
oorschelp
1
gehoorgang
2
trommelvlies
4
oorsmeerkliertjes
3
gehoorbeentjes
5
slakkenhuis
6
gehoorzenuwen
7
evenwichtsorgaan
9
oefen de namen van het oor
Slide 18 - Slide
Je kunt de route die een geluidstrilling aflegt door de onderdelen van het oor noemen
-->
-->
-->
-->
-->
gehoorbeentjes trillen
zintuigcellen zetten prikkel om in impulsen
impulsen gaan naar hersenen
geluid zorgt voor trillingen in de lucht
trommelvlies gaat trillen
Slide 19 - Drag question
Wat kan beschadigd raken door hard geluid?
Slide 20 - Open question
lens
iris
netvlies
zenuw
vaatvlies
Glasachtig lichaam
gele vlek
Slide 21 - Drag question
Via welk onderdeel van je oog komt het licht in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Oogwit
Slide 22 - Quiz
het netvlies van een oog zit
A
aan de voorkant van het oog
B
in het midden van het oog
C
aan de binnenkant aan de achterkant van het oog
D
loopt van het oog naar de hersenen
Slide 23 - Quiz
Hoe heet deel Q?
A
Pupil
B
Hoornvlies
C
Iris
D
Lens
Slide 24 - Quiz
Op welke plek zitten geen oogzintuigcellen?
A
gele vlek
B
blinde vlek
C
netvlies
Slide 25 - Quiz
Wat beschermt onze ogen tegen vliegjes?
A
wenkbrauwen
B
oogleden
C
wimpers
Slide 26 - Quiz
Wat zorgt er voor dat zweet niet in onze ogen kan lopen?
A
wenkbrauwen
B
wimpers
C
oogleden
Slide 27 - Quiz
De traanklieren liggen onder de ogen
A
juist
B
onjuist
Slide 28 - Quiz
De __________ voert het traanvocht weg naar je neus.
A
wenkbrauw
B
wimpers
C
traanklier
D
traanbuis
Slide 29 - Quiz
Licht wordt door de zintuigcellen in je netvlies omgezet in impulsen, die dan via de oogzenuw naar de hersenen gaat. Maar langs welke onderdelen komt dat licht? Zet ze op de juiste volgorde.