leren leren 1

ONTHOUDEN
1 / 20
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

ONTHOUDEN

Slide 1 - Slide

Woordparentest
Pak een leeg blaadje en nummer van 1 t/m 10

Er komen zo na elkaar 10 woordparen in beeld (zoals trui - fiets)

Onthoud welke woorden bij elkaar horen
(zonder ze op te schrijven) 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

We gaan overhoren
Pak je pen en papier.

Schrijf het woord op dat hoort bij het woord 
op het scherm.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

De antwoorden
6. Oor - Bed
7. Appel - Bikini
8. Afrika - Boom
9. Rood - TV
10. Dokter - Oven
1. Zon - Kat
2. Poster - Chocola
3. Thee - Foto
4. Olifant - Plant
5. Gras - Paraplu

Slide 6 - Slide

Wat heb je gedaan om de woorden te onthouden?

Slide 7 - Mind map

Sluit je ogen. Denk 15 seconden aan een roze olifant die de klas in loopt...


  • Wat doet de olifant?
  • Wat doen de kinderen in de klas?
  • Wat doet je leraar?
timer
0:15

Slide 8 - Slide

Visualiseren
Zoals je misschien hebt gemerkt zijn je hersenen heel goed in het bedenken en onthouden van plaatjes. 
Dit noemen we 'visualiseren'. Dit kan heel handig zijn wanneer je twee woorden samen wilt onthouden.

Slide 9 - Slide

Hoe gekker hoe beter
Hoe gekker het plaatje, hoe makkelijker je het onthoudt. Maak het plaatje daarom groot, grappig, sexy of bizar

Maak eens een plaatje van je docent 
en een bloem.

Slide 10 - Slide

We gaan het uitproberen
Er komen weer 10 woordparen in beeld die je moet onthouden. Bedenk bij elk woordpaar één gek plaatje in je hoofd.

Slide 11 - Slide

Vier tips
  1. Maak van de twee woorden één plaatje in je hoofd.
  2. Maak het plaatje zo gek mogelijk.
  3. Maak het niet te moeilijk.
  4. Herhaal NIET.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

We gaan weer overhoren
Pak je pen en papier

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

De antwoorden
1. Sinaasappel - President
2. Yoghurt - Groen
3. Bal - Ninja
4. Laptop - Mama
5. Beer - T-shirt
6. Leraar - Tomaat 
7. E-mail - Chinees 
8. Explosie - Water 
9. Bank - Koffie
10. Rapper - Shampoo

Slide 16 - Slide

Heb je bij de tweede test meer woordparen goed?
JA
NEE
GELIJK

Slide 17 - Poll

Hoe pas ik dit toe?
Bij het leren van zelfstandig naamwoorden voor vreemde talen.

Frans: la piscine = het zwembad.
Iemand die in het zwembad pist.

Spaans: el barco = de zeilboot
Boot met een barcode 

Slide 18 - Slide

Hoe pas ik dit toe?
Bij het leren van zelfstandig naamwoorden voor vreemde talen.

Duits: Billig = goedkoop.
Billen met briefgeld ertussen.

Latijn: donum = cadeau
Iemand die zichzelf als donut cadeau geeft. 

Slide 19 - Slide

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 20 - Open question