Een vader die heterozygoot is voor het 'oorlel-gen' krijgt een kind met een moeder die ook heterozygoot is.
Welke gameten maken de ouders aan?
A
papa: 50% A en 50% A
mama: 50% a en 50% a
B
papa: 100% Aa
mama: 100% Aa
C
papa: 50% A en 50% a
mama: 50% A en 50% a
D
papa: 75% A en 25% a
mama: 75% A en 25% a
1 / 41
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4
This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Een vader die heterozygoot is voor het 'oorlel-gen' krijgt een kind met een moeder die ook heterozygoot is.
Welke gameten maken de ouders aan?
A
papa: 50% A en 50% A
mama: 50% a en 50% a
B
papa: 100% Aa
mama: 100% Aa
C
papa: 50% A en 50% a
mama: 50% A en 50% a
D
papa: 75% A en 25% a
mama: 75% A en 25% a
Slide 1 - Quiz
BS 3.3
Monohybride Kruisingen
Slide 2 - Slide
Programma
Terug kijken vorige les
Theorie Monohybride kruisingen
Oefenen kruisingen
Leerdoelen
Je kan een monohybride kruising en een kruisingsschema opstellen.
Je kan bij een kruising de eigenschappen van de ouders en nakomelingen afleiden.
Slide 3 - Slide
Welke stelling is juist?
A
Fenotype = genotype + milieu
B
Milieu = genotype + fenotype
C
Genotype = fenotype + milieu
Slide 4 - Quiz
- Heeft een vlo hetzelfde fenotype als de pop waaruit hij is ontstaan? - En hetzelfde genotype?
A
Ja - Ja
B
Ja - Nee
C
Nee - Ja
D
Nee - Nee
Slide 5 - Quiz
Monohybride Kruising
Overerving van 1 eigenschap
1 eigenschap = 1 genenpaar
Slide 6 - Slide
Johan Mendel
Wetten van overerving van eigenschappen ontdekt en geformuleerd in 1866
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
'monohybride kruisingen'
Een enkele eigenschap, (vb. vachtkleur)
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
'monohybride kruisingen'
Hoe pak je dit aan?
Betekenis van de allelen
Genotype van ouders
Kruisingtabel opstellen
Het gen voor vachtkleur erft dominant over. Twee (heterozygote) bruine labradors paren, wat is de kans op blonde puppies?
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
'monohybride kruisingen'
Hoe pak je dit aan?
Betekenis van de allelen
Genotype van ouders
Kruisingtabel opstellen
Verhouding tussen genotypen noteren
Verhouding tussen fenotypen noteren
Het gen voor vachtkleur erft dominant over. Twee (heterozygote) bruine labradors paren, wat is de kans op blonde puppies?
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Stappenplan Genetica
Hoe pak je dit aan?
Betekenis van de allelen
Genotype van ouders
Kruisingtabel opstellen
Verhouding tussen genotypen noteren
Verhouding tussen fenotypen noteren
Het gen voor vachtkleur erft dominant over. Twee (heterozygote) bruine labradors paren, wat is de kans op blonde puppies?
Slide 18 - Slide
Een halflangharige cavia heeft een intermediair fenotype. Halflangharige cavia's worden geboren door een kruising tussen een normaalharige cavia en een langharige cavia. Twee halflangharige cavia's paren met elkaar.
Hoe groot is de kans dat een nakomeling van dit paar halflangharig is?
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%
Slide 19 - Quiz
In een bepaalde populatie fruitvliegen hebben alle individuen het genotype rr voor een bepaalde eigenschap. Als gevolg van een erfelijke verandering tijdens de vorming van een zaadcel ontstaat een individu Z met genotype Rr.
Hoe wordt het proces van erfelijke verandering genoemd waardoor het genotype Rr van individu Z kon ontstaan?
A
Modificatie
B
Monohybride aanpassing
C
Selectie
D
Mutatie
Slide 20 - Quiz
Aan een pijlkruidplant kunnen 3 bladtypen voorkomen: - onder water 'lintvormig', - drijvend op het wateroppervlak 'ovaal' - en boven water 'pijlvormig'.
Hoe wordt de ontwikkeling van een blad bij het pijlkruid bepaald?
A
willekeurig
B
milieufactoren
C
erfelijke factoren
D
zowel erfelijke als milieufactoren
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Slide
Stambomen
Slide 23 - Slide
Stambomen
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Monohybride kruising
Een plant met grote bladeren wordt gekruist met een plant met kleine bladeren. Alle nakomelingen blijken kleine bladeren te hebben.
Wat is dominant en wat zijn de genotypen van de ouders?
A
Grote bladeren
AA x aa
B
Grote bladeren
Aa x aa
C
Kleine bladeren
AA x aa
D
Kleine bladeren
Aa x aa
Slide 27 - Quiz
Deze twee ouders krijgen een kind. Het kind heeft blond haar. Blond haar is recessief. Wat is het genotype van de ouders?
A
bb x bb
B
Bb x Bb
C
BB x bb
D
Bb x bb
Slide 28 - Quiz
Wat is de verhouding in het fenotype in de F1?
A
1:3
B
1:2:1
C
1:1
D
3:2
Slide 29 - Quiz
Wie zijn oom en tante van familielid 9?
A
3 en 4
B
10 en 11
C
6 en 7
Slide 30 - Quiz
Hoeveel generaties zijn afgebeeld in deze stamboom?
A
1
B
3
C
2
D
4
Slide 31 - Quiz
Hoeveel kinderen hebben persoon 1 en 2
A
1
B
4
C
2
D
3
Slide 32 - Quiz
Wie zijn mannen in deze stamboom?
A
Alle personen weergegeven met een vierkant
B
Alle personen weergegeven met een rondje
Slide 33 - Quiz
Het gen voor taaislijmziekte is ...
A
Dominant
B
Recessief
C
Kan ik niet uit deze stamboom halen
D
Nog nooit van die woorden gehoord
Slide 34 - Quiz
Afbeelding van een karyogram: - Is dit DNA van een mens? - Is dit DNA van een man of van een vrouw?
A
Ja - man
B
Ja - vrouw
C
Nee - man
D
Nee - vrouw
Slide 35 - Quiz
Manx-katten: Bij Manx katten: mm: met staart, Mm: staartloos, MM: niet geboren Een kat met en een kat zonder staart worden gekruist. Bereken het % katten dat zonder staart wordt geboren.
Slide 36 - Open question
Werk deze opgave uit op een stuk papier. Maak een foto van je kruisingstabel en upload deze hier. Een man die heterozygoot is voor het 'oorlel-gen' krijgt samen met een vrouw die vaste oorlellen (recessief) heeft, een kindje. Bereken hoe groot de kans is dat het kindje ook vaste oorlellen heeft. Leg je antwoord uit met behulp van een kruisingstabel.
Slide 37 - Open question
Poes Kitty met lange haren heeft gepaard met kater Kobus. Zij krijgt zowel kortharige als langharige jongen. Het gen voor langharigheid is recessief. Over het genotype van Kitty worden 3 uitspraken gedaan: 1) Kitty is zeker heterozygoot voor langharigheid 2) Kitty is zeker homozygoot voor langharigheid. 3) Kitty kan heterozygoot of homozygoot zijn voor langharigheid Welke uitspraak is juist?
A
geen van allen
B
uitspraak 1
C
uitspraak 2
D
uitspraak 3
Slide 38 - Quiz
Poes Kitty met lange haren heeft gepaard met kater Kobus. Zij krijgt zowel kortharige als langharige jongen. Het gen voor langharigheid is recessief.
Geef de genotypen van beide ouders en leg uit met behulp van een kruisingsschema wat de fenotype verhouding die bij de jongen verwacht kan worden. Werk de opdracht uit op papier, maak een foto van je uitwerkingen en upload deze hier
Slide 39 - Open question
Bij runderen is het gen voor een ruwe tong dominant over dat voor een gladde tong. Een bepaalde koe is heterozygoot voor dat gen. Deze koe krijgt een kalf van een stier die ook heterozygoot is voor deze eigenschap.
Hoe groot is de kans dat dit kalf eveneens heterozygoot is voor dit gen? Leg je antwoord uit met een kruisingsschema. Werk deze op papier uit, maak er een foto van en upload deze hier.
Slide 40 - Open question
Bij pasgeboren baby's wordt wat bloed afgenomen door middel van de zogenaamde hielprik. Uit onderzoek van het bloed blijkt het kind een erfelijke stofwisselingsziekte genaamd PKU te hebben. Het kind zal een aangepast dieet moeten volgen. Geen van beide ouders heeft de verschijnselen van deze ziekte. De ouders willen graag nog een kind. Hoe groot is de kans dat dit tweede kind ook PKU zal hebben?