2th/ 2hv Bijwoordelijke bepaling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

2th/ 2hv Bijwoordelijke bepaling

Wat gaan we doen? 

- lezen

- redekundig ontleden - BWB (Laatste zinsdeel! Joepie)

- oefenstencil maken

Schrijf alle zinsdelen, die je tot nu toe gehad hebt, op in de juiste volgorde.

Schrijf nu de onderstaande zin op en ontleed deze. 

Tijdens de les van afgelopen week heeft de docent opeens een onverwacht so gegeven aan de leerlingen van 2hv1tp. 

Bijwoordelijke bepaling

- Geeft een plaats of tijd aan.

- Geeft antwoord op vragen als: waar? - wanneer? - waarom? - hoe? - waardoor? - waarheen? - etc. 

- De vraagwoorden zelf zijn ook BWB.

* De vraagwoorden WIE + WAT horen hier niet bij. Die gebruik je alleen bij PV/ O/ LV/ MV (aan wie/ wat) 

BWB

- Niet elke zin heeft een bwb.

- Er kunnen meer bwb's in een zin staan. 

- BWB begint vaak met een VZ. 

- Woorden als: niet, wel, misschien, waarschijnlijk, zeker, absoluut, etc -> BWB

Breid de zin uit met 3 bwb's.
Ik koop een fiets.

Bijwoordelijke bepaling

voorbeelden:

| Ik | koop | een fiets.||

| Ik | koop | morgen | een fiets | in de winkel. ||

| Hij | gaat | trainen.|| 

| Over een week | gaat | hij | flink | trainen |   in het sportcentrum. ||

Bijwoordelijke bepaling

VWO moet de verschillende soorten bwb's kunnen herkennen. 

Exitticket

Wat heb je vandaag geleerd?

Na de les van vandaag wil ik...

1. de uitleg nog een keer horen.
2. meer oefeningen maken.
3. de leerstof thuis nog een keer bekijken.
4. overgaan op nieuwe leerstof. Ik begrijp dit.

Noem twee dingen die je deze les geleerd hebt.

Welke zinsdelen wil je dat ik volgende les nog herhaal?

Hoeveel sterren geef je deze les?

1. 1 ster
2. 2 sterren
3. 3 sterren
4. 4 sterren