What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Marktvormen herhaling
Wie zijn de twee belangrijkste actoren op de goederen- en dienstenmarkt?
A
kopers en verkopers
B
kopers
C
verkopers
D
werknemers en werkgevers
1 / 16
next
Slide 1:
Quiz
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wie zijn de twee belangrijkste actoren op de goederen- en dienstenmarkt?
A
kopers en verkopers
B
kopers
C
verkopers
D
werknemers en werkgevers
Slide 1 - Quiz
een goederen- en dienstenmarkt is ...
A
de plaats waar de kopers en verkopers elkaar ontmoeten
B
de plaats waar de kopers en verkopers elkaar ontmoeten en waar de prijs ontstaat van het verhandeld product.
C
de plaats waar de prijs ontstaat van het verhandeld product.
Slide 2 - Quiz
Juist of fout: de vragers zijn de kopers en de aanbieders de verkopers
A
juist
B
fout, de vragers zijn de verkopers en de aanbieders de kopers
Slide 3 - Quiz
Hoeveel marktvormen bestaan er?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 4 - Quiz
4 Eigenschappen
1/ Het aantal .... en ....
Consumenten =
vragers
Producenten =
aanbieders
Slide 5 - Slide
homogeen of heterogeen product?
= Smartphones
A
homogeen
B
heterogeen
Slide 6 - Quiz
homogeen of heterogeen product?
= appels
A
homogeen
B
heterogeen
Slide 7 - Quiz
4 Eigenschappen
2/ De aard van het product
Identieke producten =>
homogene producten
Verschillende producten =>
heterogene producten
Slide 8 - Slide
4 Eigenschappen
3/ Transparante markt
Als de consumenten de prijzen, kwaliteit,…
van producten
gemakkelijk
kunnen vergelijken
Markt is
transparant
Als de consument
moeite
heeft om de prijzen,
kwaliteit,… te vergelijken
Markt is
niet transparant
Slide 9 - Slide
4 Eigenschappen
3/ Open of gesloten markt
Als een nieuwe aanbieder gemakkelijk op die markt
kan starten
Markt is
open
Als een nieuwe aanbieder moeilijk op die markt
kan starten
Markt is
gesloten
Slide 10 - Slide
Het monopolie heeft veel vragers en veel aanbieders?
A
juist
B
fout, veel vrager EN één aanbieder
Slide 11 - Quiz
In een monopolie spreken we van homogeen of heterogeen producten?
A
homogeen
B
heterogeen
Slide 12 - Quiz
Het oligopolie heeft veel vragers en enkele aanbieders?
A
juist
B
fout, veel vrager EN veel aanbieders
Slide 13 - Quiz
In een oligopolie spreken we van homogeen of heterogeen producten?
A
homogeen
B
heterogeen
C
homogeen en heterogeen
Slide 14 - Quiz
De aanbieder van zowel het monopolie als het oligopolie bepaalt zelf zijn prijs en wordt de prijszetter genoemd?
A
juist
B
fout, de prijs wordt gevormd door vraag en aanbod
Slide 15 - Quiz
In een oligopolie spreken we ook vaak van een kartel. Wat is dit?
A
Het is een product
B
Het is een legale afspraak.
C
Het is een verboden geheime afspraak tussen de aanbieders om de prijzen hoog te houden en concurrentie te vermijden.
Slide 16 - Quiz
More lessons like this
Marktvormen
October 2018
- Lesson with
26 slides
by
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
economie voor vmbo
3.4 Macht op de markt
August 2018
- Lesson with
50 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
Markten
November 2018
- Lesson with
26 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Markten en marktvormen
October 2024
- Lesson with
37 slides
Economie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3-5
Markten en marktvormen
May 2023
- Lesson with
27 slides
Economie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3-5
marktvormen
March 2018
- Lesson with
19 slides
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Hfd3-les3
June 2022
- Lesson with
36 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3e jaar h/v - 3.3 Hoe werkt de markt?
May 2023
- Lesson with
18 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3