4.3 De evolutietheorie

Thema 3 Genetica en 
Thema 4 Evolutie
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 3 Genetica en 
Thema 4 Evolutie

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 4.3 De evolutietheorie
  • Je kunt uitleggen wat de neodarwinistische evolutietheorie inhoudt.

Slide 2 - Slide

Evolutie:
De geleidelijke ontwikkeling van de levensvormen op aarde in de loop van een zeer lange tijd (ontstaan en verandering)

Slide 3 - Slide

Neodarwinistische evolutietheorie

  • On the origin of species (1859)
  • Verklaart hoe de erfelijke eigenschappen van populaties kunnen veranderen waardoor uiteindelijk zelfs nieuwe soorten kunnen ontstaan

Slide 4 - Slide

Neodarwinistische evolutietheorie
  • Natuurlijke selectie/survival of the fittest: organismen binnen populatie die het beste zijn aangepast aan leefomgeving geven hun genen door aan volgende generatie
  • Is mogelijk door grote genetische variatie in genotypen en fenotypen (als gevolg van recombinatie en mutaties)
  • Organismen met een slecht aangepast fenotype hebben een kleinere overlevingskans

Slide 5 - Slide

Neodarwinistische evolutietheorie
Selectiedruk: de invloed van milieufactoren op de genetische variatie in een populatie
  • Laag: veel verschillende varianten blijven in leven (want boombladeren in overvloed)
  • Hoog: best aangepaste individuen blijven in leven en hebben een grotere kans op meer nakomelingen (want voedselgebrek)

Dieren met een langere nek hebben een grotere fitness, dus dit soort zal verder evolueren (langere nek komt vaker voor)

Slide 6 - Slide

Wat waren de voorwaarden die gelden voor natuurlijke selectie?

Slide 7 - Slide

Wat waren de voorwaarden die gelden voor natuurlijke selectie?
1. Variatie in fenotype veroorzaakt door mutatie of recombinatie

2. Fenotype 1 beter aangepast aan de omgeving dan fenotype 2

3. Fenotype 1 overleeft meer dan fenotype 2 -> Planten zich daardoor meer voort -> En geven de genen door

4. Na een aantal generaties: NATUURLIJKE SELECTIE = de individuen die het best zijn aangepast aan hun omgeving (biotoop), overleven en kunnen zich voortplanten

Slide 8 - Slide

Grote genetische variatie
Geeft een grote kans dat enkele individuen een genotype bezitten dat een goede adaptatie van de populatie aan nieuwe omstandigheden mogelijk maakt = grotere overlevingskans!!

Slide 9 - Slide

Leerdoelen 4.3 behaald???
  • Je kunt uitleggen wat de neodarwinistische evolutietheorie inhoudt.

Slide 10 - Slide

De opdrachten:
Bestudeer blz. 35 t/m 38.
Maken + nakijken opdr. 32 t/m 42.

Slide 11 - Slide

Wat waren de voorwaarden die gelden voor natuurlijke selectie?

Slide 12 - Slide

Wat waren de voorwaarden die gelden voor natuurlijke selectie?
1. Variatie in fenotype

2. Fenotype 1 beter aangepast aan de omgeving dan fenotype 2

3. Fenotype 1 overleeft meer dan fenotype 2 -> Planten zich daardoor meer voort -> En geven de genen door

4. Na een aantal generaties: NATUURLIJKE SELECTIE = de individuen die het best zijn aangepast aan hun omgeving (biotoop), overleven en kunnen zich voortplanten

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide