This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Bs 3: de evolutietheorie
Slide 1 - Slide
leerdoel 4.3.1
evolutie = de ontwikkeling van leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en verdwijnen
Slide 2 - Slide
wie zijn de grondleggers?
Lamarck: bij leven passen de organismen zich aan aan de omstandigheden. De eigenschappen zijn erfelijk.
Darwin: bepaalde eigenschappen zijn erfelijk, door natuurlijke selectie zijn organismen altijd aangepast aan hun omgeving.
Slide 3 - Slide
waarom neodarwinistisch?
kennis van genen, DNA en meiose
Slide 4 - Slide
onderdelen van de neodarwinistische evolutietheorie
1. genetische variatie = door mutaties en recombinatie verschillen individuen van een soort in genotype en fenotype
Slide 5 - Slide
onderdelen van de neodarwinistische evolutietheorie
2. natuurlijke selectie = individuen met een gunstiger genotype zijn beter aangepast aan hun omgeving hebben een grotere overlevingskans en zullen meer nakomelingen krijgen die ook weer een grotere overlevingskans hebben.
Bij blijvende selectiedruk vindt selectie van gunstige allelen plaats.
Slide 6 - Slide
onderdelen van de neodarwinistische evolutietheorie
3. soortvorming = soorten evolueren als door natuurlijke selectie de mutanten blijven voortbestaan en de individuen van de oorspronkelijk vorm niet.
Slide 7 - Slide
wat wordt bedoeld met 'deze dieren hebben een grotere fitness'?
Slide 8 - Open question
wat betekent 'adaptatie'
Slide 9 - Open question
welke uitspraak is juist volgens de neodarwinistische evolutietheorie
A
individuen passen zich aan aan hun omgeving
B
individuen zijn altijd aangepast aan hun omgeving
Slide 10 - Quiz
Leg waardoor een kleine genetische variatie de overleving van de soort verkleint.