2 m/h oefenen met signaalwoorden

LEZEN paragraaf 4
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

LEZEN paragraaf 4

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Je kan signaalwoorden en tekstverbanden herkennen in een tekst. 

Slide 2 - Slide

Planning
  • Herhaling
  • Klassikaal oefenen
  • Individueel / tweetallen oefenen
  • Bespreken 

Slide 3 - Slide

Signaalwoorden en tekstverbanden

zin                  signaalwoord                zin     


Zin

Slide 4 - Slide

Signaalwoorden en tekstverbanden

zin                  signaalwoord                zin     


........., maar ..........
Verband?

Slide 5 - Slide

Signaalwoorden en tekstverbanden

zin                  signaalwoord                zin     


...................., en ......................ook......
Verband?

Slide 6 - Slide

Ik wil liever niet meer een krantenwijk lopen, maar ik heb geld nodig voor een nieuwe scooter.
A
Chronologisch
B
Opsommend
C
Tegenstellend
D
Toelichting

Slide 7 - Quiz

Ik eet graag rijst met broccoli, paprika en courgette.
A
Chronologisch
B
Opsommend
C
Tegenstellend
D
Toelichting

Slide 8 - Quiz

Je kan snoepjes, zoals hondenbrokjes, gebruiken om je hond te trainen.
A
Chronologisch
B
Opsomming
C
Tegenstellend
D
Toelichting

Slide 9 - Quiz

Eerst zet je saldo op je ov-chipkaart, daarna activeer je je kaart en vervolgens kun je inchecken.
A
Chronologisch
B
Opsomming
C
Tegenstellend
D
Toelichtend

Slide 10 - Quiz

Marco is een natuurtalent in balsporten zoals voetbal, tennis en golf.
A
Chronologisch
B
Opsommend
C
Tegenstelling
D
Toelichting

Slide 11 - Quiz

Pieter heeft de hele dag hard gewerkt en daarna nog een zware tennispartij gespeeld. Hij zal dus wel moe zijn.
A
Chronologisch verband
B
Opsommend verband
C
Tegenstellend verband
D
Toelichting verband

Slide 12 - Quiz

Signaalwoord?

Ik vind exacte vakken, bijvoorbeeld wiskunde, zeer moeilijk.

Slide 13 - Open question

Tekstverband?
Ik vind exacte vakken, bijvoorbeeld wiskunde, zeer moeilijk.

Slide 14 - Open question

Waarvan krijg je de toelichting?
Ik vind exacte vakken, bijvoorbeeld wiskunde, zeer moeilijk.

Slide 15 - Open question

Aan de slag
Je maakt van 1.3. opdracht 4 en 5 

Klaar?:
  1. Laat je opdracht zien. 
  2. Kijk je antwoorden na.
  3. lezen, opdracht 6 of een ander vak. 

Slide 16 - Slide

Lesdoelen
  • Je hebt je kennis over signaalwoorden en tekstverbanden opgefrist.

Slide 17 - Slide