4.4 Vergelijkingen oplossen

Welkom
Paragraaf 4.4 Vergelijkingen oplossen

Leg bladzijde 226 voor je open!
1 / 49
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
Paragraaf 4.4 Vergelijkingen oplossen

Leg bladzijde 226 voor je open!

Slide 1 - Slide

Wat heb je gisteren gegeten?

Slide 2 - Open question

Voorkennis
Wat weet je al?

Slide 3 - Slide

Welke vergelijking kan je op welke manier oplossen? 
15+7x=40,6x
15+7x2=40,6x
balansmethode
inklemmen

Slide 4 - Drag question

Wat is de volgorde van stappen van de balansmethode?
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Antwoord controleren
Antwoord in een zin
Delen door getal voor de letter
Enkeltjes links weghalen
Letter rechts weghalen

Slide 5 - Drag question

Lesdoelen
  • Je leert vergelijkingen op te stellen. 
  • Je leert vergelijkingen op te lossen door grafieken. 
  • Je leert vergelijkingen op te lossen door in te klemmen. 
  • Je leert vergelijkingen op te lossen door balansmethode toe te passen. 

Slide 6 - Slide

Hoeveel lesdoelen zijn er in deze les?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 7 - Quiz

Uitleg theorie

Slide 8 - Slide

0

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Wat heb je geleerd van dit filmpje?

Slide 12 - Open question

Schrift
Neem het voorbeeld over in je schrift.
Het voorbeeld staat bij de volgende dia (deze neem je over).
Nadat je deze overgenomen hebt maak je hiervan een foto en zorg je dat deze hier wordt geüpload. 
(deze dia komt na het voorbeeld).

Slide 13 - Slide


Neem het voorbeeld over in je schrift.
Foto hier uploaden.

Slide 14 - Open question

Je kan het!
Enkele oefeningen...

Slide 15 - Slide

Inklemmen is ook wel:
A
Slim gokken
B
Gewoon wat invullen

Slide 16 - Quiz

Wat is inklemmen?
A
Bij inklemmen teken je eerst de grafiek en ga je dan opzoek naar de oplossing.
B
Bij inklemmen ga je rekenen met de formule. Denk aan een oude weegschaal.
C
Bij inklemmen gok je het antwoord.
D
Bij inklemmen ga je eigenlijk gewoon steeds een antwoord proberen.

Slide 17 - Quiz

Wat is inklemmen?
A
Bij inklemmen teken je eerst de grafiek en ga je dan opzoek naar de oplossing.
B
Bij inklemmen ga je rekenen met de formule. Denk aan een oude weegschaal.
C
Bij inklemmen schat je het antwoord.
D
Bij inklemmen ga je steeds een antwoord proberen tot je exact uitkomt

Slide 18 - Quiz

Los de volgende vergelijking op met inklemmen:
2 + 3,50t = 37
A
t = 11
B
t = 10
C
t = 12
D
t = 8

Slide 19 - Quiz

Los de volgende vergelijking op met inklemmen:
2,50 + 0,50f = 15
A
f = 5
B
f = 30
C
f = 10
D
f = 25

Slide 20 - Quiz

Hoe precies moet je antwoord geven bij inklemmen?
A
gehele getallen
B
1 getal na de komma
C
2 getallen na de komma
D
dat verschilt per som

Slide 21 - Quiz

Welke antwoorden heb je minimaal nodig voor inklemmen
A
alleen het precieze antwoord
B
te veel, te weinig en precies
C
te veel en precies
D
te weinig en precies

Slide 22 - Quiz

98000 - 3000 x t = 80000
t: tijd in jaren
Bereken na hoeveel jaar het aantal boeren is
gedaald naar 80000.
Los de vergelijking op met inklemmen.

A
t = 20
B
t = 12
C
t = 10
D
t = 6

Slide 23 - Quiz

Vergelijkingen oplossen met de balansmethode kun je gebruiken wanneer
A
je twee lineaire verbanden met elkaar moet vergelijken
B
inklemmen niet werkt
C
je twee kwadratische verbanden met elkaar moet vergelijken
D
je wilt checken of je het antwoord goed hebt afgelezen van de grafiek

Slide 24 - Quiz

Wat is een vergelijking
A
50 - 2b = 30 + 2b
B
5a - 18 + 23
C
12 + 8t-18

Slide 25 - Quiz

Klopt de volgende bewering?
De vergelijking 8a - 6 = 50 heeft als oplossing a=7

Slide 26 - Slide

De vergelijking 4 + 6t = 40 heeft als oplossing...
A
t =3
B
t = 4
C
t = 5
D
t = 6

Slide 27 - Quiz

Wat is de oplossing van de vergelijking hieronder:

7 - 4p = -29
A
p=-3
B
p=0
C
p=6
D
p=9

Slide 28 - Quiz

3p + 6 = 5p - 2
Wat is de juiste oplossing voor deze vergelijking?
p = 0
p = 3
p = 4

Slide 29 - Slide

Wat is de juiste oplossing voor de vergelijking: 10k + 8 = k + 26
A
k = 1
B
k = 2
C
k = 3
D
k = 4

Slide 30 - Quiz

Wat is de oplossing van deze vergelijking:

8a - 3 = 6a+7
A
a = -2
B
a=4
C
a=5

Slide 31 - Quiz

Inklemmen
3a+8 = 17
Los deze vergelijking op met inklemmen.

Slide 32 - Slide

Los op met behulp van inklemmen.
27 - 2a = 15
a = (alleen getal invullen)

Slide 33 - Open question

Los de vergelijking op, vul alleen een getal in
4a+2=14

Slide 34 - Open question

Los de vergelijking op, vul alleen een getal in
6x2+2x1=103

Slide 35 - Open question

Los de vergelijking op, vul alleen een getal in.
3x2+4x=119

Slide 36 - Open question

Welke vergelijking kan je op welke manier oplossen? 
15+7x=40,6x
15+7x2=40,6x
balansmethode
inklemmen

Slide 37 - Drag question

Huiswerk


Maak in deze les:

Opgave 48 t/m opgave 58

Bladzijde 226.


Ben je klaar?

Ga dan werken aan de digitale leeromgeving van Getal & Ruimte!


Succes!


Slide 38 - Slide

Nakijken
Je gaat eerst het huiswerk van de deze (of vorige) les nakijken. 
1. Gebruik hiervoor een andere kleur pen. 
2. Zet een krulletje of vinkje bij de opgave die goed zijn. 
3. Verbeter je antwoorden.

Slide 39 - Slide

Maak een foto van je gemaakte sommen

Slide 40 - Open question

Maak een foto van je gemaakte sommen

Slide 41 - Open question

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 42 - Open question

Wat vind je nog moeilijk aan deze les?

Slide 43 - Open question

Lesafsluiting
  • Met de volgende opgave kun je laten zien dat wat je geleerd hebt vandaag ook kunt!

  • Klaar voor de quiz? 

Slide 44 - Slide

Welke vergelijking kan je op welke manier oplossen? 
15+7x=40,6x
15+7x2=40,6x
balansmethode
inklemmen

Slide 45 - Drag question

Hoeveel berekeningen moet je minstens opschrijven als je gaat inklemmen?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 46 - Quiz

Welke onderdelen van dit hoofdstuk snap je niet?
A
Som-/ verschilformule
B
Balansmethode
C
Som-/ verschilgrafiek
D
Inklemmen

Slide 47 - Quiz

Welke methode vind jij nu het makkelijkste
A
Grafieken
B
Balans
C
Inklemmen
D
Ligt aan de vergelijking

Slide 48 - Quiz

Tot ziens iedereen

Slide 49 - Slide