10.4 Oplossen met inklemmen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

Welkom

Paragraaf 9.4 Oplossen met inklemmen 

Leg bladzijde 173 voor je open!

Wat is een ander woord voor inklemmen?

Voorkennis

Wat weet je al?

Welke vergelijking kan je op welke manier oplossen? 

15+7x=4−0,6x

15+7x​2​​=4−0,6x

balansmethode

inklemmen

Wat is de volgorde van stappen van de balansmethode?

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Stap 5

Antwoord controleren

Antwoord in een zin

Delen door getal voor de letter

Enkeltjes links weghalen

Letter rechts weghalen

Lesdoelen

• Je leert vergelijkingen op te lossen aan de hand van inklemmen. 
• Je leert de afspraken die je moet gebruikten bij het inklemmen. 
• Je leert de uitkomst te controleren aan de hand van een berekening. 

Hoeveel lesdoelen zijn er in deze les?

1. 3
2. 4
3. 5
4. 6

Uitleg theorie

Belangrijk! Leren met YouTube

• Kijk naar de filmpjes van Math with Menno op YouTube voor uitleg.
  
• Math with Menno legt moeilijke wiskundige concepten op een eenvoudige manier uit.
  
• Wat moet je doen na het kijken van een filmpje?
  
• Oefenen, oefenen, oefenen: Het is heel belangrijk dat je na het kijken van de filmpjes zelf aan de slag gaan met oefenopgaven.
  
• Stel vragen: Als er iets niet duidelijk is, vraag dan hulp van je leraar of klasgenoten.
• De filmpjes zijn een startpunt: Gebruik de filmpjes om te beginnen met leren, maar vertrouw niet alleen op de filmpjes. Het echte begrijpen komt van het zelf doen van de opgaven.

Wat heb je geleerd van dit filmpje?

Inklemmen

• doorgaan tot je het juiste getal gevonden hebt

• invoer en uitkomst opschrijven

• let op het aantal decimalen
  

• áltijd één getal erboven en één eronder uitrekenen

Inklemmen

Inhoud=​3​​4​​⋅π⋅straal​3​​

De inhoud van een bol bereken je met de formule: 

Bereken de straal wanneer de bol een inhoud heeft van 65 cm³ rond af op één decimaal.

Inklemmen

Inhoud=​3​​4​​⋅π⋅straal​3​​

De inhoud van een bol bereken je met de formule: 

Bereken de straal wanneer de bol een inhoud heeft van 65 cm³ rond af op één decimaal

straal = 3    Inhoud = 113,10 

straal = 2    Inhoud = 33,51

straal = 2,5 Inhoud = 65,45

straal = 2,4 Inhoud = 57,91

straal = 2,6 Inhoud = 73,62

Dus straal = 2,5 cm  Inhoud     65 cm³     

≈

Schrift

Neem het voorbeeld over in je schrift.

Het voorbeeld staat bij de volgende dia (deze neem je over).

Nadat je deze overgenomen hebt maak je hiervan een foto en zorg je dat deze hier wordt geüpload. 

(deze dia komt na het voorbeeld).

Neem het voorbeeld over in je schrift.

Foto hier uploaden.

Je kan het!

Enkele oefeningen...

Inklemmen is ook wel:

1. Slim gokken
2. Gewoon wat invullen

Wat is inklemmen?

1. Bij inklemmen teken je eerst de grafiek en ga je dan opzoek naar de oplossing.
2. Bij inklemmen ga je rekenen met de formule. Denk aan een oude weegschaal.
3. Bij inklemmen gok je het antwoord.
4. Bij inklemmen ga je eigenlijk gewoon steeds een antwoord proberen.

Wat is inklemmen?

1. Bij inklemmen teken je eerst de grafiek en ga je dan opzoek naar de oplossing.
2. Bij inklemmen ga je rekenen met de formule. Denk aan een oude weegschaal.
3. Bij inklemmen schat je het antwoord.
4. Bij inklemmen ga je steeds een antwoord proberen tot je exact uitkomt

Los de volgende vergelijking op met inklemmen:
2 + 3,50t = 37

1. t = 11
2. t = 10
3. t = 12
4. t = 8

Los de volgende vergelijking op met inklemmen:
2,50 + 0,50f = 15

1. f = 5
2. f = 30
3. f = 10
4. f = 25

Hoe precies moet je antwoord geven bij inklemmen?

1. gehele getallen
2. 1 getal na de komma
3. 2 getallen na de komma
4. dat verschilt per som

Welke antwoorden heb je minimaal nodig voor inklemmen

1. alleen het precieze antwoord
2. te veel, te weinig en precies
3. te veel en precies
4. te weinig en precies

98000 - 3000 x t = 80000
t: tijd in jaren
Bereken na hoeveel jaar het aantal boeren is
gedaald naar 80000.
Los de vergelijking op met inklemmen.

1. t = 20
2. t = 12
3. t = 10
4. t = 6

Vergelijkingen oplossen met de balansmethode kun je gebruiken wanneer

1. je twee lineaire verbanden met elkaar moet vergelijken
2. inklemmen niet werkt
3. je twee kwadratische verbanden met elkaar moet vergelijken
4. je wilt checken of je het antwoord goed hebt afgelezen van de grafiek

Wat is een vergelijking

1. 50 - 2b = 30 + 2b
2. 5a - 18 + 23
3. 12 + 8t-18

Klopt de volgende bewering?

De vergelijking 8a - 6 = 50 heeft als oplossing a=7

De vergelijking 4 + 6t = 40 heeft als oplossing...

1. t =3
2. t = 4
3. t = 5
4. t = 6

Wat is de oplossing van de vergelijking hieronder:

7 - 4p = -29

1. p=-3
2. p=0
3. p=6
4. p=9

3p + 6 = 5p - 2

Wat is de juiste oplossing voor deze vergelijking?

p = 0

p = 3

p = 4

Wat is de juiste oplossing voor de vergelijking: 10k + 8 = k + 26

1. k = 1
2. k = 2
3. k = 3
4. k = 4

Wat is de oplossing van deze vergelijking:

8a - 3 = 6a+7

1. a = -2
2. a=4
3. a=5

Inklemmen

3a+8 = 17

Los deze vergelijking op met inklemmen.

Los op met behulp van inklemmen.
27 - 2a = 15
a = (alleen getal invullen)

Los de vergelijking op, vul alleen een getal in

−4a+2=14

Los de vergelijking op, vul alleen een getal in

6x​2​​+2x−1=103

Los de vergelijking op, vul alleen een getal in.

−3x​2​​+4x=−119

Welke vergelijking kan je op welke manier oplossen? 

15+7x=4−0,6x

15+7x​2​​=4−0,6x

balansmethode

inklemmen

Huiswerk

Maak in deze les:

Opgave 36 t/m opgave 44

Bladzijde 173.

Ben je klaar?

Ga dan werken aan de digitale leeromgeving van Getal & Ruimte!

Succes!

Nakijken

Je gaat eerst het huiswerk van de deze (of vorige) les nakijken. 

1. Gebruik hiervoor een andere kleur pen. 

2. Zet een krulletje of vinkje bij de opgave die goed zijn. 

3. Verbeter je antwoorden.

Maak een foto van je gemaakte sommen

Maak een foto van je gemaakte sommen

Wat heb je geleerd van deze les?

Wat vind je nog moeilijk aan deze les?

Lesafsluiting

• Met de volgende opgave kun je laten zien dat wat je geleerd hebt vandaag ook kunt!

• Klaar voor de quiz? 

Welke vergelijking kan je op welke manier oplossen? 

15+7x=4−0,6x

15+7x​2​​=4−0,6x

balansmethode

inklemmen

Hoeveel berekeningen moet je minstens opschrijven als je gaat inklemmen?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Welke onderdelen van dit hoofdstuk snap je niet?

1. Som-/ verschilformule
2. Balansmethode
3. Som-/ verschilgrafiek
4. Inklemmen

Welke methode vind jij nu het makkelijkste

1. Grafieken
2. Balans
3. Inklemmen
4. Ligt aan de vergelijking

Tot ziens iedereen