Domein B3 Gaswisseling en Uitscheiding en B4 Homeostase
Domein B3 Gaswisseling en Uitscheiding en B4 Homeostase
1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6
This lesson contains 40 slides, with text slides.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Domein B3 Gaswisseling en Uitscheiding en B4 Homeostase
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Gaswisseling
Binas 83
Slide 3 - Slide
Ademhalingsstelsel
Longen + luchtwegen (Binas tabel 83A)
Gaswisseling: O2 + CO2 (+N2)
Bescherming via neus:
Neusslijmvlies met trilhaarepitheel -> slijm producerende cellen (vochtig) en trilhaarcellen = opruimen ongewenst
Bloedvaten = verwarmen lucht
Zintuigcellen = geur keuren
Slide 4 - Slide
Homeostase
Handhaving = aanvoer O2 en afvoer CO2
DIFFUSIE!
pO2 = alveolaire lucht naar vocht naar bloedplasma longhaarvaten
pCO2 = bloedplasma naar alveolaire vocht naar lucht
pN2 = evenwicht
Slide 5 - Slide
De wet van Fick
n wordt groter als:
D groter wordt
A groter wordt
deltaC groter wordt
deltaX kleiner wordt
Binas 83A
Slide 6 - Slide
Transport van zuurstof
Ve
Verzadigd: Hb heeft maximale hoeveelheid O2 gebonden
Diffusie (van hoge naar lage concentratie):
Longblaasjes -> bloedplasma
Bloedplasma -> weefselvloeistof -> cellen
Slide 7 - Slide
Verzadigingskromme (Binas 83D)
Dus Hb-O2 -> Hb-H + O2
Wet van Bohr: door een hogere temperatuur, hogere pCO2 (en meer H+, dus lagere pH) = makkelijker O2 vrijmaken -> nuttig bij activiteit.
Slide 8 - Slide
Verzadigingskromme (Binas 83D)
Wet van Bohr: door een hogere temperatuur, hogere pCO2 (en meer H+, dus lagere pH) = makkelijker O2 vrijmaken -> nuttig bij activiteit.
Zien we dit terug in de Binas????....
Slide 9 - Slide
Binas tabel 83E
Slide 10 - Slide
De druk in de ruimte tussen longvlies en borstvlies (interpleurale ruimte) is lager dan de druk van de buitenlucht.
Slide 11 - Slide
Ademhaling
Borstademhaling: het bewegen van je ribben en borstbeen met behulp van tussenribspieren.
Buikademhaling: het bewegen van je middenrif met behulp van de middenrifspieren.
Ze gebeuren meestal tegelijk
Slide 12 - Slide
Inademen
De ribben gaan omhoog (aanspannen buitenste tussenribspieren) en het middenrif gaat naar beneden en wordt plat (aanspannen middenrif).
Volume borstholte wordt groter.
Volume longen worden ook groter.
Luchtdruk longen wordt hierdoor lager dan luchtdruk buitenlucht
Lucht stroomt je longen binnen: je ademt in.
Slide 13 - Slide
Uitademen
De ribben gaan naar beneden en het middenrif wordt bol (ontspannen spieren).
Volume borstholte wordt kleiner.
Volume longen worden ook kleiner.
Luchtdruk longen wordt hierdoor hoger dan luchtdruk buitenlucht
Lucht stroomt je longen uit: je ademt uit.
Slide 14 - Slide
DIEP inademen
De ribben gaan omhoog (aanspannen binnenste tussenribspieren) en het middenrif gaat naar beneden en wordt plat (aanspannen middenrif). + spieren hals en buikwand helpen mee.
Slide 15 - Slide
Binas 83B
Slide 16 - Slide
Ademcentrum (hersenstam)
Regelt diepte en snelheid ademhaling
Chemoreceptoren: pCO2 receptoren in hersenstam, wand halsslagaders en aorta
Activiteit = hogere pCO2 = decectie door chemoreceptoren = impulsen via zenuwen naar ademcentrum = impulsen via zenuwen naar ademhalingsspieren = sneller en krachtiger samentrekken spieren = sneller en dieper ademhalen = kwijtraken CO2
Grote hoogte = lagere pO2, dus relatief hogere pCO2 = .....
Slide 17 - Slide
Ademcentrum (hersenstam)
Grote hoogte = lagere pO2, dus relatief hogere pCO2 = .....(zelf aanvullen).......
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Aan de slag!
Maken + verbeteren opdr: 2, 30, 31, 33, 35, 19, 27, 13 en 2
Galproductie: water + galzuren + cholesterol + bilirubine
Emulgeren vetten en oliën
Via galgang naar galblaas en via galbuis in twaalfvingerige darm
Afbraak verouderde en beschadigde RBC
Afbraak Hb
= Bilirubine -> via galwegen = bruine ontlasting
= IJzer -> gebonden aan eiwit ontstaat Ferritine -> opgaslagen in lever
Slide 24 - Slide
Omzetten, afbreken en opslaan
Eiwitstofwisseling
Aminozuren: dunne darm -> poortader -> lever
Ombouwen
Essentieel aminozuur -> transaminering -> niet-essentieel aminozuur = maken eiwitten mogelijk
Overtollig afbreken
Aminozuur -> desaminering -> afbraak tot restgroep (stikstofgroep afgesplitst en omgezet in Ammoniak en vervolgens in Ureum -> bloed -> nieren = uitscheiding)
Binas tabel 67J
Slide 25 - Slide
Omzetten, afbreken en opslaan
Koolhydraatstofwisseling
Glucose <--> glycogeen (opslag)
Insuline en glucagon (hormonen)
Vetstofwisseling
Niet-essentiële vetzuren gevormd uit andere vetzuren, aminozuren of monosachariden
Cholesterol vormen (mbv acetyl-CoA) -> omzetten in galzuren en vitamine D
Binas tabel 68E
Slide 26 - Slide
Omzetten, afbreken en opslaan
Productie plasma-eiwitten
Stollingsfactoren: fibrinogeen en protrombine
Albuminen: vocht aantrekken
Globulinen: bloedstolling en afweer
Opslag reserve van:
IJzer
Kalium, koper (mineralen)
Vitamine A, B12 en D
Slide 27 - Slide
Omzetten, afbreken en opslaan
Ontgiftigen: alcohol, drugs, medicijnen
= ontwerkzaam maken, afbraak en uitscheiding door nieren
= niet ontwerkzaam maken, dus opslag in lever, de huid en de haren (kwik, arsenicum)
- Bij alcohol: levercirrose (bindweefsel met vet)
Slide 28 - Slide
De bouw
Nierslagaders: aanvoer bloed met zuurstof, voedingsstoffen, maar ook: overtollige en schadelijke stoffen
Nieraders: afvoer gezuiverd bloed terug in stelsel
Aldosteron: actief transport Na+-ionen van voorurine naar weefselvloeistof & K+-ionen naar voorurine -> 3Na/2K = netto hogere zoutconcentratie in bloed = hogere BD
Slide 33 - Slide
ADH
anti plas hormoon
Slide 34 - Slide
Homeostase waterhuishouding
ADH: doorlaatbaarheid celmembranen tweede gekronkelde deel en verzamelbuisje laten toenemen = meer water richting bloed, dus minder plassen
pH constant houden: bufferstoffen met invloed op aantal H+ & ademfrequentie aanpassen
Slide 35 - Slide
Regeling pH
H+-ionen tekort = alkalose = te hoge pH
H+-ionen overmaat = acidose = te lage pH
Wordt opvangen door:
Ademfrequentie aanpassen (alkalose = minder CO2 afgifte en acidose = meer CO2 afgifte)
Plasma-eiwitten
Buffers:
Hemoglobine
Natriumwaterstofcarbonaat (NaHCO3)
Slide 36 - Slide
Je huid heeft drie functies:
1. Je lichaam op temperatuur houden
2.Bescherming tegen vuil en ziekteverwekkers
3. Bescherming tegen de zon
Slide 37 - Slide
De huid bestaat uit drie lagen:
Opperhuid:
Hoornlaag - dode epitheelcellen: beschermt tegen beschadiging, uitdroging en infecties
Kiemlaag - vult door celdeling van binnenuit aan + pigmentcellen --> ongecontroleerde celdeling = huidkanker
Lederhuid: spieren, talgklieren, zweetklieren, bloedvaten, zintuigen en haarzakjes met haren
Onderhuids bindweefsel: bloedvaatjes, zenuwen en opslag van vet