Staalgroep6sportwoordenschat2

Een sport beoefen je recreatief als je...
A
hard traint om de beste te zijn
B
het lang achter elkaar doet
C
voor je plezier sport om te ontspannen
D
die sport voor je beroep doet
1 / 15
next
Slide 1: Quiz
TaalBasisschoolGroep 6

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Een sport beoefen je recreatief als je...
A
hard traint om de beste te zijn
B
het lang achter elkaar doet
C
voor je plezier sport om te ontspannen
D
die sport voor je beroep doet

Slide 1 - Quiz

Wat is een ander woord voor lef?
A
conditie
B
durf
C
roekeloos
D
kick

Slide 2 - Quiz

Uit welke sport komt de uitdrukking: Dat was een schot in de roos?
A
ijsdansen
B
boogschieten
C
voetbal
D
waterpolo

Slide 3 - Quiz

Wat is het tegengestelde van aanbevelen?
A
beoefenen
B
aanpakken
C
inspannen
D
afraden

Slide 4 - Quiz

Wat past het best bij de tactiek?
A
de manier waarop de wedstrijd verliep
B
hoe fit en gezond de spelers zijn
C
hoe opvallend en opwindend het was
D
de manier waarop je iets wilt bereiken

Slide 5 - Quiz

Wat zie je hier?

Slide 6 - Open question

Welk woord van taal kun je hier zien?

Slide 7 - Open question

Welk woord kun je hier invullen?

Slide 8 - Open question

Welk woord van taal kun je hier gebruiken?

Slide 9 - Open question

Wat zie je hier?

Slide 10 - Open question

Welk woord hoort er niet bij?
A
sensationeel
B
opvallend
C
spectaculair
D
saai

Slide 11 - Quiz

Wat is het tegenovergestelde van een angsthaas?

Slide 12 - Open question

Wat is het tegenovergestelde van passief?

Slide 13 - Open question

Wat zie je hier?

Slide 14 - Open question

Wat hoort niet bij een feit?
A
het is echt waar
B
je kunt het controleren
C
wat je van iets vindt

Slide 15 - Quiz